
Ervaringen in je jeugd kunnen de rest van je leven bepalen
Je jeugd draag je de rest van je leven met je mee, je kinderjaren kunnen bepalend zijn voor wie je wordt als volwassene. In de expositie ‘Bespiegelingen; in gesprek met het kind in jou’ zijn een aantal inwoners van Amersfoort geportretteerd door beeldend kunstenaar Jan van der Meulen en freelance journalist Koos van Noppen.
Zij maakten een serie levensgrote portretten van bekende en onbekende Amersfoorters, elk in combinatie met een foto uit hun jeugd. In compacte interviewteksten reflecteren ze op hun levensloop. Welke verrassingen had het leven voor hen in petto? Welke lessen hebben ze geleerd?
Kunstenares Sally Pittman, kickbokser Azad Soufi, leerkracht Maika Georges, psycholoog Govert Jan Bach, dirigent Bas Ramselaar, ‘lopend kunstwerk’ Hans Westra - heel verschillende mensen nemen een diepe duik in hun autobiografie. Dat leverde ontroerende en soms confronterende gesprekken op.
Levensloop
De foto’s en teksten nodigen de bezoekers uit om na te denken over de eigen levensloop: Herken ik iets van deze ervaring? Welke les heb ik geleerd?
Bach-musicus Bas Ramselaar, die op de Kruidvat-serie Bach-cantates alle bas-solo’s zong, is een van de geportretteerden. Zijn verhaal laat zien hoezeer één gebeurtenis in je kindertijd een leven lang met je mee kan gaan. Hier volgt zijn portret.
Bas Ramselaar
‘Melchior was ik, mijn broer was Caspar, mijn vriendje Balthazar, drie koningen uit het kerstspel. Ik was een onzeker, angstig jochie. Kijk naar die oogjes…
Toen ik drie jaar was ben ik tijdens een logeerpartij onder een kampeerbedje geraakt. Een uur heb ik in het donker liggen spartelen. Die traumatische ervaring uitte zich later in doodsangst en verlatingsangst, die diepe, lange sporen hebben getrokken.
Als brugpieper zag ik mijn klasgenootjes voorbijfietsen naar school, ik zat een half jaar thuis; slikte valiumpillen. Ik was als de dood voor onbestemde dingen van atmosferische aard: een onbekende ruimte, een muur, een oud gebouw. En het gekke is: je raakte dan als vanzelf meer gefocust op alles wat angst aanwakkert.
Jaren later was ik voor repetities en concerten van Händels ‘Messiah’ in de Berlijnse Philharmonie. Die eenzaamheid van de hotelkamer was vreselijk. Op deze wijze mijn vak uitoefenen was niet gezond. Iedere keer een mentale tuimeling. Alle zenuwen lagen open en bloot.
Door gesprekken met therapeuten heb ik de kinderlijke angst geleidelijk weten om te vormen tot een volwassen kracht, die in je opborrelt zoals de sapstroom van een boom in de lente. Ik leerde mijn valkuilen herkennen en was alert op alarmsignalen. Langzaam leerde ik me te verhouden tot dat angstige jochie in mij.
Ontmoetingen met de beroemde alt Roos Boelsma (1909-2006) hebben veel voor me betekend. Ze gaf me eens een gedicht van Richard Lovelace (‘Stone walls do not a prison make, nor iron bars a cage…’). En lied- en oratoriumteksten, die eenzelfde werking kunnen hebben als een gebed; ze doen ertoe, ze tillen je op uit de put.
Ik ben nu niet bang meer voor dat ventje. Maar de strijd tegen mijn angsten vergt onderhoud.
Een laatbloeier ben ik; pas in 1995 koos ik voor wat ik het liefste doe: dirigeren. Als ik op de bok sta en zangers instrueer en motiveer, voel ik de liefde die me voor een loopbaan als musicus deed kiezen. Maar met veel vallen en opstaan.’
De expositie loopt van dinsdag 16 juni tot en met zaterdag 25 juli, met inachtneming van de RIVM-maatregelen. Openingstijden: dinsdag tot en met zaterdag, van 11.00 tot 17.00 uur. www.joriskerkamersfoort.nl