Eerst de basisbehoeften
De belangrijkste inspiratie voor mijn opleiding tot coach waren jonge mensen. De gedachtewisselingen met jongeren binnen en buiten de kerk zijn een voorrecht. Van de zondagschoolleeftijd tot de tienergroepen waren er steevast mooie gesprekken.
Ik werd ouder, de jongeren werden ouder en hun vragen veelomvattender. Een vriendin vroeg waarom ik niet mijn werk zou maken van deze voorliefde. Al tijdens de opleiding tot coach besloot ik me onder meer te richten op vijftien- tot achttienjarigen die een opleiding moeten kiezen, en op jongvolwassenen met een kwetsbaarheid.
Wie voor een overvloed aan keuzemogelijkheden wordt gesteld, raakt verlamd
Een vraag die alle tieners bezighoudt is: welke opleiding en welk type baan past bij mij? Dat zijn normale vragen. Door de keuzestress die zij ervaren, worden het moeilijke vragen.
De Amerikaanse psycholoog Barry Schwartz bespreekt deze keuzestress op persoonlijk en macro-economisch niveau. De neoliberale welvaartseconomie in Westerse landen veroorzaakt volgens hem keuzestress. Dat komt omdat de overheid uitgaat van maximale individuele vrijheid. Het idee is dat daardoor ook onze welvaart wordt gemaximaliseerd. Vrijheid is vooral keuzevrijheid met zoveel mogelijk keuzes. Ieder individu kan zo werken aan het maximaliseren van de gemeenschappelijke welvaart. Volgens Schwartz ontstaat zo een paradox.
Wie voor een overvloed aan keuzemogelijkheden wordt gesteld, raakt verlamd. Daarom ervaren jongeren keuzestress bij de keuze van een studie. Het afnemen van studiekeuzetesten is dan bijna symptoombestrijding. Inzicht krijgen in het eigen keuzeproces gaat veel langer mee.
Een paar jaar terug kreeg ik een mooie opdracht van een overheidsdienst om jonge moeders te coachen naar werk. Steeds bleek dat juist de veelheid van mogelijkheden stress opleverde, die niet even te parkeren viel. De jonge moeders bleken daarnaast maar beperkt te coachen. Verborgen dakloosheid, schuldenproblematiek en uitdagingen in het alledaagse sociale verkeer beperkten de ruimte in hun hoofd.
Het leek alsof Maslow en Young naast mij zaten. Door de bril van Maslow zag ik hoe grote onzekerheid over basisbehoeften zoals een woning of je kinderen van eten en kleding kunnen voorzien, hen vastzette. Uithuisplaatsing hing als een zwaard van Damocles boven hun hoofd. Dat verlamde hen bij het nastreven van ‘hoger’ gelegen doelen.
De jonge moeders bleken maar beperkt te coachen. Verborgen dakloosheid en schuldenproblematiek beperkten de ruimte in hun hoofd
Door de bril van Young zag ik hoe jongvolwassenen maar moeilijk meekomen in de samenleving wanneer niet voldaan is aan hun eigen basisbehoeften als kind, zoals veiligheid en autonome ontwikkeling.
Dankzij Schwartz, Maslow en Young zie ik een uitdaging voor gemeenten: investeer eerst in de onderliggende problematiek van deze kwetsbare doelgroep, en ga daarna voor economische zelfstandigheid. Pas als er een stevige basis is gelegd, levert de stap naar werk het hoogste nut op.
Gelukkig is dit een beslissing die de overheid geen keuzestress oplevert. Het vraagt enkel maximale moed.
Shari van den Hout is zelfstandig beleidsadviseur en coach, beleidssecretaris bij PKN Den Haag, en vrijwilliger bij Present en St. De Haven