
Een moderne versie voor de wet op het arenlezen?
Recent was in het nieuws dat steeds minder mensen in extreme armoede leven. Goed nieuws, zou je zeggen. En dat is het ook, maar het is tegelijkertijd goed om te realiseren dat de ongelijkheid binnen landen alleen maar is toegenomen.
De kloof tussen arm en rijk wordt wereldwijd steeds groter. Dat leidt tot grote problemen. Minder mensen hebben toegang tot basisbehoeften als gezondheidszorg en voedselzekerheid. Juist die basisbehoeften zijn essentieel voor de verbetering van de positie van de armen.
Bovendien raakt armoede en ongelijkheid ook nauw aan (sociale) rechtvaardigheid. Dat is een onderwerp dat ieder jaar op 20 februari door de VN wordt geagendeerd.
De kloof tussen arm en rijk wordt wereldwijd steeds groter. Dat leidt tot grote problemen
Wat Prisma, de koepel van een twintigtal christelijke ontwikkelingsorganisaties, betreft is dat een goed moment om eens stil te staan bij sociale (on)rechtvaardigheid in ontwikkelingslanden. Mede vanuit onze christelijke levensovertuiging dragen we immers een bijzondere verantwoordelijkheid om hiertegen een vuist te maken.
Werelddag voor Sociale Rechtvaardigheid
Sociale rechtvaardigheid houdt in dat ieder mens – ongeacht geslacht, ras of religie – recht heeft op toegang tot basisbehoeften als vrijheid, veiligheid, onderwijs en voedselzekerheid. Op die manier is welzijn voor een ieder gewaarborgd. Het gaat hierbij niet alleen over toegang tot basisbehoeften en economische factoren, maar ook over de mate waarin mensen kunnen functioneren en participeren in een samenleving.
Sociale rechtvaardigheid is niet vanzelfsprekend, zeker niet in ontwikkelingslanden. Tijdens de VN-Werelddag voor Sociale Rechtvaardigheid op 20 februari wordt de aandacht gevestigd op sociaal onrecht over de hele wereld. VN-lidstaten worden aangespoord om te benadrukken hoe belangrijk sociale rechtvaardigheid is en om te streven naar verbeteringen en oplossingen op dit vlak.
Spreuken
Nog niet zo lang geleden las ik in Spreukendagboek van Tim Keller een aansprekend gedeelte over handelspraktijken en armen. Het ging over hoe je rekening dient te houden met de behoeften van armen en kwetsbare mensen in het handelsverkeer.
Sociale rechtvaardigheid is niet vanzelfsprekend, zeker niet in ontwikkelingslanden
Een belangrijk en actueel onderwerp in een wereld waar economische groei en het maken van winst veelal centraal staan. Er zijn veel handelspraktijken die sociale onrechtvaardigheid in de hand werken én aangepakt dienen te worden. Te denken valt aan uitbuiting van arbeiders – waaronder vaak ook veel jonge vrouwen en kinderen – in ontwikkelingslanden.
Veiligheid, welzijn en gelijkwaardige participatie is in veel (productie-)landen nog ver te zoeken. Velen gaan gebukt onder lange werkuren, lage lonen, onzekerheid, geweld en gevaarlijke werkomstandigheden. Vaak zijn er geen regels of voorschriften die bijvoorbeeld een leefbaar loon of veiligheid op de werkvloer garanderen, waardoor industrieën en bedrijven zich veelal niet verantwoordelijk voelen voor misstanden.
De strijd tegen sociale onrechtvaardigheid is een wereldwijd probleem, dat vervlochten is met internationale handel en de wereldeconomie. Hoe kun je het verschil maken en armoede, ongelijkheid en sociaal onrecht een halt toeroepen?
Mozaïsche wetgeving
Veel mensen zullen het Bijbelverhaal over Ruth, de Moabitische vrouw die haar land verlaat om samen met haar schoonmoeder Naomi terug te keren naar Bethlehem, wel kennen. Teruggekeerd in het beloofde land gaat Ruth naar het veld van boer Boaz om aren te lezen.
Dat kon omdat in de mozaïsche wetgeving een wet was opgenomen over arenlezen. Boeren mochten niet al hun graan inzamelen, maar moesten er iets van laten liggen voor de armen. Die konden dat achtergelaten graan dan oprapen.
Dat was geen 'liefdadigheid'. Het was een manier om vrijwillig je winst te beperken op zo’n manier dat je de armen niet maar wat toestopte, maar dat ze in staat waren om te werken voor hun brood. Het stuk van Tim Keller sloot af met de vraag: ‘kun je een moderne versie bedenken van de wet op het arenlezen?’
Dat was geen 'liefdadigheid'. Het was een manier om vrijwillige je winst te beperken op zo'n manier dat je de armen niet maar wat toestopte, maar dat ze in staat waren om te werken voor hun brood
Als je het bovenstaande overdenkt en probeert toe te passen in deze tijd, gaat het onder andere over omzien naar elkaar en delen in je rijkdom. En dat niet alleen vanuit het perspectief van ‘liefdadigheid’, maar ook vanuit waarden als participatie en gelijkwaardigheid.
Heel duidelijk is ook het leerelement: omzien naar je naaste in armoede en nood gaat niet altijd vanzelf. Daar zijn soms wetten en regels voor nodig.
Kaders stellen
Dit laatste werd recent ook heel duidelijk geïllustreerd in het betoog van Gerjan Agterhof namens ontwikkelingsorganisatie Woord en Daad, lidorganisatie van Prisma, in dagblad Trouw. De overheid wordt in het stuk opgeroepen om kaders te stellen voor Nederlandse bedrijven die internationaal opereren om bijvoorbeeld de lonen en arbeidsomstandigheden in ontwikkelingslanden te verbeteren.
Bedrijven hebben namelijk een keuze én macht om misstanden in het handelsverkeer aan te pakken en sociale gerechtigheid te bevorderen, onder andere door zorg te dragen voor werknemers, toeleveranciers, omringende gemeenschappen, maar ook voor de natuur en het klimaat. De overheid heeft vervolgens een verantwoordelijkheid om ondergrenzen te stellen en te handhaven.
Het pleidooi gaat verder. Om armoede, misstanden en sociale onrechtvaardigheid in ontwikkelingslanden tegen te gaan, moet ieder zijn of haar verantwoordelijkheid nemen op de plek waar men gesteld is.
Consumenten kunnen daar bijvoorbeeld een bijdrage aan leveren door bewust inkopen te doen of (christelijke) ontwikkelingsorganisaties te steunen in hun werk tegen armoede en onrecht. Maar om daadwerkelijk impact te hebben, moeten in het bijzonder bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen.
Om armoede, misstanden en sociale onrechtvaardigheid in ontwikkelingslanden tegen te gaan, moet ieder zijn of haar verantwoordelijkheid nemen op de plek waar men gesteld is
Verantwoord ondernemen
Wat zou het mooi zijn als alle (Nederlandse) bedrijven die internationaal opereren zich verantwoordelijk weten voor hun medewerkers en de gehele context waarin zij zich begeven, zowel nationaal als internationaal. En wat zou het mooi zijn als zij dan vrijwillig initiatieven als Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)-convenanten omarmen en steunen.
Mochten bedrijven deze verantwoordelijkheid niet nemen, wat de praktijk ons helaas leert, dan is het aan de overheid om wetgeving te vervaardigen tegen uitbuiting en ter bescherming van de kwetsbaarste mensen. Alleen dan kunnen er grote stappen worden gezet in de strijd tegen armoede en voor meer sociale rechtvaardigheid. Kan er een moderne versie komen voor de wet op het arenlezen?
Charlotte Ariese is coördinator beleidsbeïnvloeding bij Prisma