
Duurzaam wonen heeft meer waarde dan rendement
‘Het verduurzamen van woningen kan niet uit!’ Dat was even wereldnieuws in Nederland. Het was niet zomaar een mening, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) had het onderzocht.
Mijn eerste gedachte was: dat kan niet waar zijn. En gelukkig is het ook niet waar.
Het verraste mij dat het zulk groot nieuws werd. Want wat was nou het nieuws? Dat verduurzamen geld kost? Dat is toch geen nieuws? Elke verbetering kost geld: veilige wegen, goed onderwijs, gezonder eten, sporten, om het over betere zorg maar niet te hebben.
Het kost allemaal geld. Ambities kosten geld. En dat niet alleen: we moeten ons ervoor inspannen, moeilijke keuzes maken en er is altijd een risico dat het niet lukt.
Hoe kan het dat het PBL de duurzaamheidsambitie reduceert tot een financiële afweging? De gedachte komt misschien van het idee dat je die investering terugverdient
Voor heel veel afwegingen in ons leven is de vraag niet alleen of ‘het uit kan’. Doorgaans heb je er wat voor over als je wat wilt bereiken. Gezond leven kost niet alleen tijd en inspanning maar het is ook duurder: gezond eten is duurder, sporten kost geld en als je fit bent, heb je meer tijd om wat te doen.
Fianciële afweging
En dan komt het PBL met het onderzoek of verduurzamen ‘woonlastenneutraal’ is. Hoe kan het dat het PBL de duurzaamheidsambitie reduceert tot een financiële afweging?
De gedachte komt misschien van het idee dat je energie bespaart als je je huis duurzaam maakt, en daarmee die investering dus terugverdient. Dat is ook het beeld dat de overheid ons voorschotelt met foldertjes en campagnes: het is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor je portemonnee.
En dit is ook het verhaal op verjaardagen. Iedereen heeft wel eens iemand horen zeggen: “Ik heb al zeven jaar zonnepanelen en volgend jaar heb ik ze al terugverdiend.” Of we horen hoe goedkoop elektrische auto’s rijden. Dat zijn de goede berichten. En die berichten dat nu investeren al uit kan hebben we ook nodig, omdat we tegelijk weten dat de ontwikkelingen zo snel gaan dat na een jaartje wachten de kosten dalen, de panelen meer opleveren en de auto’s nog verder rijden.
Afwachten
De afweging of je er vroeg bij moet zijn of wachten op een beter product is niet nieuw. 25 jaar geleden was dat al het gesprek van de dag met computers. In de meeste huizen stond geen computer. Computers hadden allerlei voordelen, maar als je nog even wachtte, kon je een betere computer kopen voor minder geld. Dat is een klassiek dilemma: er is van alles voor te zeggen om te wachten, maar er zijn ook goede argumenten om in te stappen.
Even heeft de overheid geholpen met ‘PC-privé-projecten’, waarbij je belastingvoordeel kreeg als je een computer kocht. Maar de voordelen van een computer thuis werden al snel zo groot dat we er wat voor over hadden.
Iedereen heeft wel eens iemand horen zeggen: “Ik heb al zeven jaar zonnepanelen en volgend jaar heb ik ze al terugverdiend”
En nu komt het PBL met ‘nieuws’ waarbij de hele afweging van verduurzamen van woningen is teruggebracht tot een financiële. Eigenlijk is het een beleggingsadvies: stop je geld niet in duurzaamheid, want dat verdien je niet terug. En ze kunnen echt wel rekenen bij het PBL: die berekening klopt. Maar het gaat niet over verduurzamen en ook niet over beleggen.
Succesvolle thuisbeleggingen
Het PBL onderzoekt niet: ‘welke verbeteringen verdienen zich ook nog terug?’ Dat had trouwens een mooi rijtje succesvolle thuis-beleggingen opgeleverd: zonnepanelen als je dak zich er voor leent, spouwmuurisolatie als je dat nog niet hebt, een slimme thermostaat die ervoor zorgt dat de cv alleen aanspringt als je er bent, beperken van verwarmen van ruimten als ze niet in gebruik zijn met automatische radiatorknoppen, natuurlijk het vervangen van halogeen naar LED-lampen, koelkasten en drogers van voor 2010 vervangen, en ga zo maar door.
Het PBL heeft gekozen voor de vraag: als je 30.000 of 40.000 leent voor verduurzaming, haal je dat dan terug met lagere energiekosten. Het is de verkeerde vraag en dan krijg je het verkeerde antwoord. Het is best mogelijk om beleggingsadvies te geven over duurzaamheid: het PBL had eenvoudig een lijstje kunnen maken van investeringen dicht bij huis die je op korte en langere termijn terugverdient. Dat zijn meest de kleine investeringen die het energiegebruik verminderen.
Het verduurzamen van woningen en flats uit de jaren ‘50 en ‘60 levert meer op dan alleen energiebesparing. Het worden moderne, leefbare, gezonde huizen en dat is een grote verbetering
Grote investeringen heb je nodig om het energieverlies van huizen te beperken, die vragen een investering waar we al lang mee begonnen zijn: nieuwe woningen hebben bijna allemaal een A-label. Niet omdat dat goedkoper is, maar omdat je anders niet mag bouwen.
Het verduurzamen van de woningen en flats van de jaren ‘50 en ‘60 kost geld. Dat levert veel meer op dan alleen energiebesparing. Het worden moderne, leefbare, gezonde huizen, en dat is een grote verbetering. Dat gaat verder dan de vraag of je het terugverdient.
Overheidsmaatregelen
Als het écht snel moet, dan is er één speler in het spel die invloed op het tempo heeft: de overheid. Met twee krachtige middelen: regels en prijs.
Als de overheid het PBL volgt en gelooft dat het ‘woonlastenneutraal’ moet, dan kan zij eenvoudig de belasting op gas verhogen. Ook subsidie of fiscaal voordeel geven op grote investeringen werkt direct. Met regels kan de overheid het speelveld veranderen voor bijvoorbeeld verhuurders. Zoals ook met kantoren is gedaan: vanaf 2023 moeten kantoren een A-, B- of C-label hebben.
Het PBL onderzoekt de verkeerde vraag en dan krijg je ook het verkeerde antwoord. Verduurzamen zal tóch gebeuren
Maar niet alles hoeft tegelijk. Verduurzamen zal tóch gebeuren. Ook de dure investeringen in de isolatie van muren, ramen, daken en vloeren. Niet alleen omdat je de investering terugverdient met een lagere energierekening. Puur omdat verbeteringen van onze leefomgeving van waarde zijn.
Woningen met een A- of B-label brengen nu al meer op bij verkoop. Particulieren zullen merken dat banken betere voorwaarden hebben voor een woning met een beter energielabel. VVE's en woningcorporaties zullen investeren in het behoud en daarmee in het verbeteren van hun woningen.
En wij, bewoners van al deze huizen, wij zullen steeds hogere eisen stellen aan het comfort van een woning. Dat is van alle tijden: wij willen dat onze leefomgeving verbetert. En daar hebben we wat voor over. Wij wel.
Huibrecht Bos is energieadviseur en toezichthouder. Hij studeerde economie in Maastricht, verkocht na twintig jaar zijn internetbedrijf en werd energieadviseur om bij te dragen aan de energietransitie in Nederland.