Deugvrees is niet nodig
Wij hebben een hond en die moet geregeld uit. Geregeld sjok ik door de buurt met onze zwarte labrador. Er is veel om aan te snuffelen. Ik wacht, wacht en wacht. En maan de hond om door te lopen. “Puk, kom op nou!”
Tijdens één van die wandelingen kwam ik op een idee. Waarom niet die wachttijd nuttig besteden? Als je iedere dag hetzelfde rondje loopt en ook nog geregeld stilstaat, dan valt vanzelf je oog op het zwerfvuil. Jammer hoe al die plastic zakken, bierblikjes, papieren zakdoekjes het straatbeeld ontsieren. Bah!
Op een dag nam ik zelf een plastic tas mee en maakte me tijdens het wachten nuttig door vuil te rapen. Ik werkte haastig want ik het vond het een beetje gênant, dat gegraai in die viezigheid. Maar al snel vulde de zak zich en ik was tevreden met mezelf. Na verloop van tijd verwierf ik een officiële prikstok. Ik hoefde niet meer te bukken! Ik boekte in korte tijd meer resultaat voor de samenleving dan menig ander Kamerlid in een volle werkweek. Passerende fietsers keken me wel wat raar aan. Dacht ik.
Dat rapen deed ik één keer per week. Op zondagmorgen, als het nog rustig was op straat. Want ik voelde me toch wat opgelaten, zo tussen dat vuil. Leuk hoor, om iets goeds te doen voor de samenleving. Maar kwam het niet te streberig en moraliserend over, als Gutmensch? “Zie hem eens. Hij moet zeker zo nodig ….”.
Inmiddels doe ik het al jaren. Het tempo van de hond is niet omhoog gegaan, mijn tempo wel. Ik weet steeds beter waar ik moet zijn om snel resultaat te boeken, om de wereld mooier te maken. En ik heb me doorontwikkeld. Niet zozeer in de techniek van het vuil rapen, maar wel mentaal. Mijn gêne is gesleten. Ik let minder op de mensen om mij heen. Zelfs bij complimenten duik ik minder weg, ik aanvaard ze als een man. Kortom: ik doe het openlijk en het voelt goed.
Ben ik een streber? Nee, want als vuilraper kun je iedere week opnieuw beginnen. Eigenlijk is het onbegonnen werk. Ben ik moraliserend? Zeker! Ik spreek weliswaar niemand aan op zijn of haar weggooigedrag, maar er is niets mis met het geven van het goede voorbeeld in de openbare ruimte. En het goede voorbeeld heeft alles te maken met moraal: goed voorbeeld doet goed volgen.
Ben ik een Gutmensch? Denk het wel! Mooie geuzennaam. Niks mis mee. De samenleving, de straat, de openbare ruimte is van ons allemaal en we mogen er allemaal een bijdrage aan leveren om die op orde te houden. Ook eenvoudigweg met een prikstok op zondagmorgen.
Chris van Dam is lid van de Tweede Kamer voor het CDA