De ziekte van systeemverantwoordelijkheid
Een van de meest onthutsende uitkomsten van twee weken durende ondervraging door de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag was de gapende kloof tussen het openbaar bestuur en de samenleving.
Een terugkerende vraag van de commissie aan de ondervraagde ambtenaren en bewindslieden was: wanneer kwam u tot het besef dat duizenden ouders onterecht als fraudeur werden bestempeld en in grote financiële en sociale problemen geraakten? Het antwoord luidde in de meeste gevallen: pas toen ik de gedupeerde ouders zelf sprak.
Zie hier een schoolvoorbeeld van de botsing tussen wat de Duitse filosoof Habermas noemde de ‘systeemwereld’ van de overheid en de ‘leefwereld’ van mensen. De systeemwereld is een in zichzelf gekeerde wereld van controlezucht, regeldwang, proceduredrift en risico-uitsluiting. De leefwereld is de alledaagse belevingswerkelijkheid van mensen, de wereld van relaties en communicatie, van zorgzaamheid en verantwoordelijkheid voor elkaar.
De systeemwereld en de leefwereld zijn noodzakelijkerwijs twee werelden. Procedures en regels zijn nodig: ze ordenen het publieke leven, geven houvast en ze markeren het verschil tussen goed en kwaad. Daarmee wordt de samenleving gediend.
Dat geldt ook voor het belastingstelsel. We betalen belastingen om publieke voorzieningen te kunnen financieren. Zo bezien staat de belastingheffing in dienst van het goede en vreedzame samenleven. Maar het zicht op die oorspronkelijke bedoeling van systemen raakt vertroebeld als de rationaliteit van het systeem een doel in zichzelf wordt en de alledaagse leefwereld gaat koloniseren.
In het uniforme, geautomatiseerde belastingsysteem is het communicatieve vakmanschap verdwenen
De affaire bij de Belastingdienst is een uiterst pijnlijk voorbeeld. In zekere zin staat ze symbool voor problemen bij meer uitvoeringsorganisaties van de overheid. Vaak is hetzelfde patroon te zien: falende ict, te veel politieke wensenlijstjes, overdreven reacties op incidenten en een te complexe wet- en regelgeving.
Het gevolg: de menselijke maat en deugd zijn uit zicht geraakt. Een ambtenaar bij de Belastingdienst had tot in de jaren negentig van de vorige eeuw doorgaans een aantal persoonlijke dossiers in stapeltjes voor zich op zijn bureau liggen. Hij kende de namen, hij was op de hoogte van de situatie van de huishoudens en hij belde als hij meer informatie wenste.
In het uniforme, geautomatiseerde belastingsysteem is dit communicatieve vakmanschap verdwenen. De argwaan jegens burgers kent dan geen grenzen: een vaag vermoeden of zelfs een verkeerde naam levert al een rood kruisje op.
Met zo’n gecompliceerd, geautomatiseerd stelsel is de verantwoordelijkheidsvraag een ingewikkelde. Tijdens de verhoren van de ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag wezen ministeries, ambtenaren en bestuurders naar elkaar en naar het systeem. De systeemverantwoordelijkheid is een sturingsmodel op zichzelf geworden. Dat betekent in de praktijk: niemand is verantwoordelijk.
Het zou winst zijn als de ondervragingscommissie inzicht kan verschaffen in de verantwoordelijkheidsvraag. Maar het zou bovenal winst zijn als politieke partijen bij hun zoektocht naar een hervorming van het belastingstelsel ‘terug naar de bedoeling’ als adagium zouden uitdragen: terug naar belasting heffen als bijdrage aan het goede samenleven.
Pieter Jan Dijkman is directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA
Aangifte? Investeer liever in de Belastingdienst
De aangifte tegen de Belastingdienst is de uitkomst van langdurige bezuinigingen op de publieke diensten. En dat zijn politieke besluiten geweest.