
De wisselwerking tussen mode en theologie
Theologie bemoeit zich met de hele samenleving, en zou zich dus ook moeten bemoeien met mode en kleding, vindt cultureel theoloog Robert Covolo. Met zijn boek Fashion theology wil hij een aanzet geven tot het ontwikkelen van een modetheologie.
Covolo, in 2015 gepromoveerd aan de Vrije Universiteit op dit onderwerp, onderzoekt in zijn boek vijf snijvlakken van theologie en mode: in de christelijke traditie, bij de hervorming of vernieuwing vanaf de twaalfde eeuw, in het moderne publieke discours, in de kunst, en in wat hij noemt ‘het theater van het leven van elke dag’. Hij doet dat in een diepgravend onderzoek waarin hij verrassende verbanden blootlegt en vooroordelen ontmaskert. De geschiedenis van het westen speelt daarin een belangrijke rol.
Religie, kleding, cultuur en samenleving blijken onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Die wederzijdse beïnvloeding komt door de hele geschiedenis heen - en dus ook in Fashion Theology - weer terug.
Status
Mode en kleding staan niet op zichzelf maar hebben een directe relatie met hoe de maatschappij in elkaar zit. Dat was al zo in de Romeinse tijd, toen het christendom opkwam. En omdat kleding ook toen al aangaf bij welke stand je hoorde en status heel belangrijk was in de Romeinse samenleving, kozen veel christenen juist voor matigheid: geen ingewikkelde kapsels of dure kleding, en geen make-up. Standen speelden immers geen rol in de kerk, iedereen was even belangrijk voor God.
Het christendom was een tegencultuur. Christenen deelden hun geld en bezittingen met hun armere geloofsgenoten, en trots en hoogmoed waren zonde. Nederigheid en zelfverloochening stonden juist hoog in het vaandel, en daar paste geen dure kleding bij.
Vooral vrouwen werd van alles geadviseerd. Kerkvader Tertullianus van Carthago (160-225) was tegen het verven van textiel, tegen make-up en haarverf. Maar ook mannen gaf hij kledingadvies: ze moesten geen toga dragen - vanwege de status die de toga vertegenwoordigde - maar een pallium, een bescheiden kledingstuk zonder pretenties.
Augustinus van Hippo (354-430) was gematigder in zijn opvattingen. Hij had meer oog voor de rol die kleding speelt in de samenleving. En de creativiteit en vindingrijkheid die nodig is om zoiets als kleding te maken, is een gave van God, schreef hij in zijn boek De stad Gods.

Zijn ideeën omtrent kleding ontwikkelden zich niet in een vacuüm. De kerk had belang bij onderscheidende kleding. Er waren onzekere tijden aangebroken voor het Romeinse Rijk. En daarom, meent Covolo, vond men het prettig te laten zien dat de kerk boven het politieke strijdgewoel stond. Dat kon met kleding, met liturgische gewaden.
Deugden
Thomas van Aquino (1225-1274) bemoeide zich ook nadrukkelijk met kleding. Hij probeerde de ideeën van Aristoteles te verbinden met die van de christelijke wereld, en stelde de deugden tegenover de zondes: de deugd van de nederigheid tegenover de zonde van overdaad.
Overdaad in vrouwelijke kleding zou mannen maar kunnen verleiden, vleselijke begeertes lagen immers altijd op de loer
Kleding beschouwde hij als een uiterlijk teken van de geestelijke gesteldheid, en daarom pleitte Thomas van Aquino voor weinig versiering, matig gebruik van make-up en eenvoudige kapsels. Overdaad in vrouwelijke kleding zou mannen maar kunnen verleiden, vleselijke begeertes lagen immers altijd op de loer.
Er is nog een reden voor zijn bemoeienis: het ging voorspoedig met het westen in de twaalfde eeuw. De westerse wereld van die tijd had een uitgebreide textielindustrie van zijde, wol, linnen en katoen. Er kwamen dus veel meer mogelijkheden wat kleding betreft, en de samenleving was er klaar voor: langzamerhand werden mensen meer individu en minder onderdeel van het collectief.
Mode
In de dertiende en veertiende eeuw, de vroege Renaissance, kwam in Italië het begrip ‘mode’ op. Het woord mode komt van het Latijnse modo, dat ‘nu’, ‘dit moment’ betekent. Mode is daarmee een van de drijvende krachten achter wat wij Moderniteit zijn gaan noemen, meent Covolo. En dat heeft ons grondig beïnvloed. Vanaf toen was ‘nu, van deze tijd’ ook nieuw en beter. Oud is passé, vermoeid en uit de tijd.
Daarmee legt hij een interessant fenomeen bloot: de rol van de markt, die natuurlijk dol is op nieuw. Nieuw betekent dat het oude weg moet, ook als het nog niet versleten is. Nieuw is volgens de reclame niet zelden eveneens ‘verbeterd’. Maar dat kan natuurlijk lang niet altijd en daarom wordt het uiterlijk veranderd. Net een andere kleur, een ander streepje of randje. Nieuw!
Het denken in termen van ‘nieuw is beter’ heeft invloed op de samenleving in zijn geheel, niet alleen op de mode. Het argument dat iets ‘niet meer van deze tijd’ is, is te horen in alle mogelijke discussies, en het heeft effect.
Calvijn
En Calvijn? Is dat niet de man van zwarte kousen en soberheid? Nee, zegt Covolo, Calvijn wordt ten onrechte in verband gebracht met strenge kledingvoorschriften. Calvijn was in zijn tijd vrij gematigd en hij vond bovendien dat de uitgebreide instructies voor kleding die destijds de ronde deden, de gewetens van de mensen maar zouden verzwakken.
Calvijn vond dat de uitgebreide instructies voor kleding die destijds de ronde deden, de gewetens van de mensen maar zouden verzwakken
En niet te vergeten: Calvijn had oog voor de schoonheid van de schepping, die hij omschreef als ‘de kleding van God’. Die wereld zelf had de plaats ingenomen van de eucharistie in de Rooms-Katholieke Kerk, het dagelijks leven was waar het vanaf de Reformatie om draaide. Een theater, noemde Calvijn dat zelfs.

Pak
De Franse Revolutie was ook voor de mode een keerpunt. Weg met de luxe kleding van de adel, hun pruiken en hun goudbrokaat. Kleding werd sober. Het duidelijkste voorbeeld vinden we in het herenkostuum, dat niet voor niets simpelweg ‘het pak’ heet.
Het pak belichaamt de mannelijke ratio en ondersteunt daarmee het mannelijke stemrecht
Welke man draagt het niet? Neem een willekeurige foto van een internationale bijeenkomst, en het pak wordt door zeker driekwart van de aanwezige mannen gedragen. Het mannenpak komt voort uit de Franse Revolutie, als symbool van verzet tegen zowel de koning als de katholieke kerk. Het pak belichaamt de mannelijke ratio en ondersteunt daarmee het mannelijke stemrecht. Daarbij kwam dat het pak als eenvoudig kledingstuk ook goed aansloot bij protestantse ideeën over soberheid en matigheid.
Elk op hun eigen manier faciliteerden zowel atheïsten als protestanten door middel van het pak de opkomst van de democratie: wij zijn allemaal gelijk, wij dragen dezelfde kleding. Vrouwen bleven zich veel meer van elkaar onderscheiden en ook dat paste bij de Franse Revolutie, die vrouwen en kinderen op één lijn met elkaar plaatste als niet-rationele wezens. Misschien zoekt iemand nog een keer uit of er verband bestaat tussen damesmode en het vrouwenkiesrecht.
Visuele dialoog
Mode is een drijvende kracht in de samenleving. Het is een visuele dialoog tussen vreemden in de publieke ruimte, stelt Covolo. Het is een communicatiemiddel. Je ziet iemand lopen met een bijzondere hoed, je kijkt even en je vindt er wat van. Mode is een voortdurend spel tussen groepskeuzes en individuele keuzes. We zijn afhankelijk van wat in de winkel te koop is, en de winkel is afhankelijk van ons want we kunnen die kleren ook laten hangen. Zelfexpressie en de markt komen zo bij elkaar en beïnvloeden elkaar.

Veel mensen zien mode en theologie of religie als tegengestelde krachten. Hoeveel theologen willen immers geen voorschriften uitvaardigen voor kleding, en belemmeren ze daarmee niet de mode? En is de mode niet geneigd religieuze ideeën over kuisheid, matigheid en nederigheid te dwarsbomen? Maar mode en religie zijn beide zoveel meer dan dat.
Je kunt je als moslima kleden in bijna vormeloze donkere losvallende kleding en een nikaab, maar je kunt ook kleurige hoofddoeken strak om je hoofd binden, een jurk met een diepe V-hals aanhebben en grote sieraden dragen
Geloof en religie zijn ook veel complexer en gelaagder dan voorschriften en meningen van vooraanstaande theologen over wat wel en niet gepast is. Er zijn immers veel religieuze uitingsvormen en ideeën, die elkaar ook weer beïnvloeden. Neem de islam: je kunt je als vrouw kleden in bijna vormeloze donkere losvallende kleding en een nikaab, maar je kunt ook kleurige hoofddoeken strak om je hoofd binden, tegelijk een jurk met een diepe V-hals aanhebben en grote sieraden dragen. Of je laat de hoofddoek af en bent daarmee niet direct herkenbaar als moslima.
Het is dus tijd af te stappen van de tegenstellingen die worden gecreëerd tussen mode en religie, bepleit Covolo. Want religie kan wel van alles opleggen aan mensen, maar de heersende publieke mening kan dat evengoed. Afwijken kan riskant zijn. Met kleding moet je laten zien wie je bent, en mensen vinden het prettig als je daarbij aan de verwachtingen voldoet. “Hij ziet eruit als een moderne hipster, maar hij is een christen”, zei iemand op de radio over een christelijke actievoerder.
Verhaal over jezelf
Mode is ook kunst, vanwege de elementen van kleur, structuur, vorm en stijl. Theologie heeft een lange geschiedenis met kunst, zeker vóór de Reformatie, toen de kerk de grote opdrachtgever was aan kunstenaars. God wordt zelf door onder anderen Calvijn als de grote kunstenaar beschouwd. En hoewel je je kunt afvragen of de iconen van Rublev te vergelijken zijn met een tas van Louis de Vuitton - en dus of kunst een spirituele inslag moet hebben om echte kunst te zijn - de overeenkomsten tussen kunst en mode zijn groot.
Mode als theater, het vijfde thema van Covolo, ligt voor de hand. Denk maar aan de grote modeshows met alles wat daarbij hoort. Maar mode is ook theater van het dagelijks leven. Met een opvallende jas op straat lopen, of juist heel eenvoudige kleding dragen, tweedehands kleren of zelfgemaakte kleren van natuurlijk materialen, je onderscheidt je ermee en trekt de aandacht, en je laat zien waar je graag bij wilt horen. Je vertelt er een verhaal mee over jezelf.
De geschiedenis van de samenleving is onlosmakelijk verbonden met die van religie en kleding en mode. Ze hebben elkaar diepgaand beïnvloed. Des te meer reden voor zowel theologen als mode-onderzoekers zich in elkaars wereld te verdiepen, en wellicht om te komen tot een echte modetheologie.
Naar aanleiding van Robert Covolo, Fashion Theology, Baylor University Press, $ 39,95