De omgekeerde wereld
Mijn buurman is pakketjesbezorger bij PostNL. Elke ochtend vertrekt hij iets voor zessen naar zijn werk. En dat is afgelopen week niets anders geweest, coronavirus of niet.
Het is druk, vertelde hij mij. Heel veel mensen gebruiken de tijd die zij thuis zitten om iets te bestellen en te laten bezorgen. Gelukkig is het rustig op de weg en zijn de meeste mensen thuis. Dat vergemakkelijkt het werk.
Zorgen maakt hij zich niet, maar ergens klopt er iets niet. Terwijl het hele land stil ligt, neemt de druk op deze beroepsgroep alleen maar toe.
Toen ik de lijst van vitale beroepen bekeek, vielen me daar meer van dit soort beroepen op: de vakkenvullers en kassières in de supermarkt, de vuilophalers, de vrachtwagenchauffeurs en de mensen die het openbaar vervoer draaiend houden.
Ergens klopt er iets niet. Terwijl het hele land stil ligt, neemt de druk op deze beroepsgroep alleen maar toe
Stuk voor stuk zijn het beroepsgroepen van wie we het werk in het dagelijks leven vanzelfsprekend vinden. Werk dat in onze samenleving vaak geen hoge status heeft en ook minder dan modaal betaald wordt. Mensen die vaak in flexibele arbeidscontracten zitten, zonder veel zekerheid.
Je hoeft de film Sorry we missed you van Ken Loach maar te zien om te voelen wat dat in de praktijk betekent. Dat juist zij nu ons land overeind moeten houden, heeft iets wrangs.
Terecht werd er deze week geklapt voor de mensen die hard in de zorg aan het werk zijn. Terecht ziet iedereen nu, ouders met kinderen voorop, nog meer dan anders hoe hard werken het in het onderwijs is.
Ik hoop van harte dat de samenleving werk in de zorg en het onderwijs na de crisis meer gaat waarderen en belonen. Maar misschien hoop ik nog wel meer dat die andere onzichtbare motoren van onze economie en samenleving wat meer gezien en gewaardeerd worden.
Terecht ziet iedereen nu, ouders met kinderen voorop, nog meer dan ander hoe hard werken het in het onderwijs is
En eigenlijk ook dat ze meer zekerheid en inkomen krijgen. Want hun inzet nu maakt duidelijk dat dat meer dan verdiend zou zijn.
Arjan Vliegenthart is directeur van het NIBUD