
De moed hebben om vooruit te kijken
Op vrijdag 27 januari deed de Nederlandse Reisopera Leeuwarden aan met de uitvoering van Monteverdi’s opera L’Orfeo. Het is een van de eerste opera’s uit onze geschiedenis. De muziek van Monteverdi is betoverend en de uitvoering door de Reisopera was adembenemend.
Het publiek in de uitverkochte Harmonie was dolenthousiast. Het verhaal van de mythe van Orfeo en Euridice is meeslepend. Orfeo doet iets wat wij allemaal wel eens in ons leven wel zouden willen doen: de tijd terugdraaien: ‘had ik maar, was ik maar’.
Het goede doen
Het verlangen om gebeurtenissen uit het verleden ongedaan te maken is van alle tijden. In het boek Het grote gevecht en het eenzame gelijk van Paul Polman, geschreven door Jeroen Smit, is het verhaal te lezen van een leider die weet dat het niet mogelijk is om de gevolgen van gemaakte fouten terug te draaien.
Paul Polman was tot vorig jaar de hoogste baas van Unilever. Hij leerde zijn mensen dat wij deze wereld verliezen als wij denken dat geld verdienen een doel op zich is. Winst maken is alleen een middel en kan nooit het doel zijn.
In Het grote gevecht is te lezen dat zelfs een groot beursgenoteerd bedrijf uiteindelijk slechts geld kan verdienen door het goede te doen. Het inzicht dat de verkoopcijfers van Blue Band, Knorr, Dove en Magnum alleen maar kunnen groeien door beter voor de wereld te zorgen, is verrassend en hoopgevend tegelijk.
Groeiend onbehagen
De missie van Paul Polman om het voortouw te nemen in het duurzaam maken van de economie, in een wereld die vooral is ingesteld op winst op de korte termijn, is een groot waagstuk. Het dwingt veel respect af. Met hard vallen en opstaan probeert Polman zijn ideaal te verwezenlijken.
Maar het grote gevecht woedt in ons allemaal, schrijft Jeroen Smit. Wij maken ons steeds meer zorgen over de verandering van het klimaat, over plastic in de oceaan, over voedseltekorten en groeiende wereldbevolking. We worden ons bewust van de grenzen van onze planeet.
Denkend aan de volgende generatie groeit het onbehagen. Maar zodra we gaan consumeren, werken of investeren verdwijnen deze zorgen naar de achtergrond. Hoezo moet ik nu gaan betalen voor de zorgen van straks, de zorgen van anderen? Waarom zou ik nu met minder geld genoegen moeten nemen? Wij willen geen dief zijn van onze eigen portemonnee, en iederéén doet het immers!
Terwijl het onbehagen groeit en wij ons meer en meer bewust worden van de catastrofe die nadert, wachten wij. Maar op wat en op wie wachten wij? Kunnen wij straks de tijd terugdraaien als het mis gaat: ‘hadden me maar, waren we maar’?
Toekomst inkijken
Orfeo is onzeker over zichzelf en over zijn toekomst. Hij is bang voor de onzekere toekomst met al zijn gevaren. Ondertussen plukt zijn geliefde Euridice bloemen; ze wordt door een slang gebeten en sterft.
En is het kwaad eenmaal geschied, dan weigert Orfeo dat te accepteren. Hij wil dan maar één ding: de tijd terugdraaien. Orfeo voegt de daad bij het woord en haalt zijn geliefde terug uit het schimmenrijk.
Hij kan daarbij niet de verleiding weerstaan om naar haar om te kijken, waarna hij haar alsnog verliest. Waarom kijkt hij terug, is de vraag. Het antwoord is even eenvoudig als onthullend: de toekomst inkijken heeft hij nog nooit gedaan. Bij het minste of geringste schrikt hij en kijkt terug.
Verduurzamen van ons leven
Toen Rutger Bregman onlangs een brief aan alle Nederlanders schreef met als titel Het water komt, was dat ook een uitnodiging om vooruit te kijken. Leiders als Bregman en Polman dagen ons uit om na te denken over onze toekomst op de langere termijn.
Als wij zo doorgaan met consumeren en exploiteren verliezen wij onze planeet en daarmee de toekomst voor onze kinderen. Willen wij dan terug? Of willen wij nu vooruit kijken?
Willen wij vooruit kijken, dan zullen wij met z’n allen moeten investeren in het verduurzamen van ons leven. Uit welbegrepen eigen belang trouwens, want niemand kan uiteindelijk succesvol zijn in een wereld die faalt.
Niet stilstaan
Wat doen wij in de tussentijd? Een eenzame pionier als Paul Polman wordt constant omgeven door scepsis, onbegrip en wantrouwen. “De realiteit is dat misschien één procent van alle mensen zich zorgen maakt over het einde van de wereld en de rest gewoon over het einde van de maand. Ik vrees dat we pas in beweging komen als de wereld faalt, als de grenzen van de planeet echt pijn gaan doen”, zegt hij.
Rutger Bregman is duidelijk: willen we ons land behouden, dan moeten we strijd leveren. Strijd tegen het water en strijd tegen onszelf: ‘Toch zijn we een volk dat boven zichzelf uit kan stijgen, een volk dat tot ongelofelijke dingen in staat is en een gidsland voor de rest van de wereld kan zijn. Ja, dat zal veel tijd, geld en energie kosten – maar dat is altijd zo geweest. Wij strijden al duizend jaar tegen het water. En we kunnen dit, omdat we polderaars zijn. Omdat we water in land veranderen. Omdat onze toekomst, ook nu, in onze eigen handen ligt’, schrijft hij.
Polman gelooft dat in een geglobaliseerde economie nationale overheden per definitie tekortschieten. Grote internationale bedrijven moeten daarom het voortouw nemen in het duurzaam maken van de economie.
Paul Polman en Rutger Bregman accepteren niet dat wij stilstaan, terugkijken en hopen dat we de gevolgen van de gemaakte fouten straks terug kunnen draaien: ‘hadden we maar; waren we maar’.
Waarom zouden we nog meer rampen afwachten? Apollo houdt zijn zoon Orfeo voor om niet te blijven hangen in wrok en verdriet. In de Harmonie in Leeuwarden was er een ovationeel applaus voor de Reisopera: zangers, ontwerpers en musici. Een opera met een belangrijke boodschap: wij kunnen de tijd niet terugdraaien. Durf vooruit te kijken!
Paul Doop is politicoloog en in het dagelijks leven werkzaam als bestuurder bij de Nederlandse Publieke Omroep