De kwetsbare rechtsstaat
Over de moord op Derk Wiersum kan niet genoeg gezegd worden. Het is namelijk een nieuw dieptepunt in de categorie Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Na politiek en publieke opinie blijkt ook de advocatuur levensgevaarlijk.
De impact van de moord op onze democratische rechtstaat is enorm, hoewel we er gek genoeg toch aan lijken te wennen. Politici die door extreme beveiliging geen normaal contact met de samenleving meer kunnen onderhouden, columnisten, cartoonisten en cabaretiers die twee keer nadenken voordat ze een grap maken en nu dus ook advocaten die over hun schouder zullen kijken als ze gewoon hun werk doen. Maar dat we er aan wennen, maakt het nog niet normaal.
Het is de eerste verantwoordelijkheid van een staat om veiligheid en vrede te garanderen. De extra maatregelen voor de veiligheid van rechters en advocaten die betrokken zijn bij de strijd tegen de Mocromaffia, zijn dan ook volstrekt terecht. Toch dreigt hier een vicieuze cirkel. Vanuit kringen van justitie en politie klinkt de klacht dat de georganiseerde criminaliteit deels zo ver heeft kunnen komen omdat juist de toegenomen persoonsbeveiliging de politie zoveel capaciteit kost. Er zijn dus geen echte oplossingen. Er zijn alleen nieuwe problemen.
De fundamentele kwetsbaarheid van de rechtsstaat is dan ook ten diepste niet op lossen, omdat die ingebakken zit. Het hele idee van de rechtsstaat was het vervangen van persoonlijke willekeur door neutrale procedures. Niet de Koning regeert, maar het recht heerst. Deze heerschappij van het recht bestaat feitelijk uit de vele duizenden dienaren van het recht die niet hun eigen belang dienen, maar doen wat het recht van hen vraagt. Dat gaat van advocaten die kroongetuigen bijstaan, naar notarissen die wél vragen stellen bij vastgoed dat op dezelfde dag zes keer achter elkaar wordt verkocht tot gemeenteambtenaren die horecavergunningen durven te weigeren als ze de herkomst van het geld niet vertrouwen. ‘De rechtstaat’ als abstract begrip is feitelijk een lange ketting van procedurele schakeltjes die stuk voor stuk cruciaal zijn voor de kracht van het geheel.
Het mag dan de eerste verantwoordelijkheid van de staat zijn om veiligheid en vrede te garanderen, de rechtsstaat blijft uiteindelijk zo kwetsbaar als een vader van jonge kinderen. Wie dan toch blijft doen wat het recht van hem vraagt, die is een held. Dat kan nooit genoeg herhaald worden.
Geerten Boogaard is hoogleraar decentrale overheden en bekleedt in die hoedanigheid de Thorbeckeleerstoel aan de Universiteit van Leiden.