Generatie Nix ging niet verloren
In 1983 studeerde ik af op het hbo, op het hoogtepunt van een wereldwijde economische recessie die volgde op de tweede oliecrisis. Het aantal mensen zonder werk was gestegen tot recordhoogte en de gemiddelde werkloosheid bedroeg 10 procent, maar was veel hoger onder pas afgestudeerden. Vanwege de enorme jeugdwerkloosheid werden wij de ‘Generatie Nix’ of de ‘verloren generatie’ genoemd.
Voor mij persoonlijk betekende dit dat ik verder ging studeren. Maar in 1988, toen ik klaar was met mijn studie biologie, waren de vooruitzichten op een baan er nog niet veel beter op geworden en dus ging ik promoveren. Destijds waren er voor iedere promotieplek zo’n tweehonderd andere kandidaten, maar uiteindelijk vond ik toch een plek in Leiden. Daarna vertrok ik naar de Verenigde Staten voor postdoctoraal onderzoek, zodat ik het zoeken naar een ‘echte’ baan nog wat langer kon uitstellen.
Met medestudenten spraken we nooit over de beroerde arbeidsmarkt. Het was een gegeven en iedereen probeerde er het beste van te maken. Met een universitaire studie op zak werd je ook niet echt opgeleid voor een vak. Het belangrijkste was dat je een gereedschapskist vulde met een scala aan vaardigheden, zoals analytisch en kritisch denken, presenteren en argumenteren, en (literatuur)onderzoek doen. Ik vermoed dat we ervan uitgingen dat het ooit wel goed met ons zou komen.
Tegenslagen ervaren in het leven is vervelend, maar het is ook een belangrijke drijfveer om creatief te worden en daarmee veranderingen tot stand te brengen
Ook de huidige generatie studenten wordt nu aangeduid als de ‘verloren generatie’ als reactie op de coronacrisis, waardoor het onderwijs de afgelopen vier maanden digitaal doorgang moest vinden. Hoewel er een economische recessie op ons afkomt, is de situatie niet echt vergelijkbaar met midden jaren tachtig, toen de vooruitzichten nog veel negatiever waren. Bovendien ontstaan door de huidige crisis ook een nieuw soort banen en ondernemingen die studenten toekomstperspectief bieden.
Tegenslagen ervaren in het leven is vervelend, maar het is ook een belangrijke drijfveer om creatief te worden en daarmee veranderingen tot stand te brengen. Dat is niet per se slecht, integendeel. Om vooruitgang te bewerkstelligen, als individu en als maatschappij, is het belangrijk om te blijven innoveren. En dat gaat gemakkelijker als er een noodzaak toe is, zoals we momenteel ervaren.
Met mij, maar ook met de meeste van mijn leeftijdsgenoten, is het veelal goed gekomen. Ik wens de generatie jonge mensen van nu toe dat ze de huidige situatie wat meer relaxed ondergaan en een beetje vertrouwen hebben dat het met hen vast ook goed zal komen. Komt tijd, komt raad.
Cisca Wijmenga is rector magnificus van de Rijksuniversiteit Groningen