De financiële schade komt na de pandemie
Deze dagen krijgen de meeste mensen hun eerste loon van 2021 op hun rekening gestort. Een goed moment op de balans op te maken. Wat verandert er en hoe sta je ervoor?
We leven in onzekere tijden. Eén op de zes Nederlanders heeft de afgelopen tijd zijn of haar inkomen achteruit zien gaan door de coronamaatregelen. Jongeren, zelfstandigen en flexwerkers worden daarbij relatief hard getroffen. Andere mensen houden juist misschien geld over nu horeca, musea en theaters gesloten zijn.
Over het algemeen adviseert het Nibud mensen om regelmatig te gaan zitten en hun geldzaken op orde te brengen en te houden. Ook in deze tijden kan dat echt geen kwaad. Wie bewust met zijn of haar geld omgaat, loopt aanmerkelijk minder kans om in de financiële problemen te komen.
Wie geen opdrachten krijgt, kan budgetteren tot hij een ons weegt, maar zal uiteindelijk tekort komen
Alleen vraagt deze crisis van sommige mensen meer dan zij zelf kunnen opbrengen. Wie door zijn baas niet opgeroepen wordt of geen opdrachten krijgt, kan budgetteren tot hij een ons weegt, maar zal uiteindelijk tekort komen. En een financiële buffer is mooi als er thuis iets duurs kapot gaat, maar kan bijna nooit maanden zonder inkomen opvangen.
Gelukkig heeft de regering daarom ook diverse steunpakketten in het leven geroepen. Hierdoor komen veel huishoudens nog enigszins ongeschonden door de crisis. Dat is winst en het is ook ander beleid dan in voorgaande economische crises.
Zo’n aanpak vraagt echter ook om een lange adem. In die zin is het goed dat er met de introductie van de avondklok ook extra steun komt voor getroffen burgers. Maar dat geldt ook voor straks, als onze samenleving weer een wat meer open gaat. Juist dan zal een deel van de schade pas echt aan het licht komen.
Hoe help je dan - net als nu - zoveel mogelijk mensen het hoofd financieel boven water te houden? Dat lijkt mij, ook met het oog op de aankomende verkiezingen, een wezenlijke vraag.
Arjan Vliegenthart is directeur van het Nibud.