
De EU is geen superstaat, wel een waardengemeenschap
Ongelooflijk snel heeft de Europese Unie ingespeeld op de coronacrisis die zo plotseling en ingrijpend toesloeg. Herman Van Rompuy, die zes jaar geleden de voorzittershamer van de Europese Raad neerlegde, heeft het met instemming aangezien.
De ruzieachtige aanloop ernaartoe (met onder meer veel kritiek op de zuinige minister Wopke Hoekstra die toen de crisis in Italië op zijn hevigst was, het land belerend wees op noodzakelijke hervormingen als voorwaarde voor noodsteun) raakt hem niet zo.
Evenmin de houding van premier Mark Rutte die zich met zijn collega’s van Oostenrijk, Denemarken en Zweden de dubieuze geuzennaam Frugal Four (Zuinige Vier) op de hals haalde met hun eisen tot hervormingen in landen met structurele begrotingstekorten. “Gefrustreerd daarover? Sommigen zijn rap gefrustreerd, hè. Ik heb meer tijd nodig om gefrustreerd te geraken.” Het gesteggel zal snel vergeten zijn, voorspelt hij.
“Eigenlijk zal men later alleen spreken over het resultaat en minder over het gevecht dat daaraan vooraf is gegaan. Bedenk dat minder dan twee maanden nadat Macron en Merkel er uit waren de Europese Raad eensgezind kon beslissen. Om het in perspectief te plaatsen: in de tijd dat ik voorzitter was van de Raad van Europa was ik verantwoordelijk voor het beheersen van de eurocrisis. Toen heeft het tweeënhalf jáár geduurd voor we een doorbraak hebben kunnen vinden.”
Kopjes koffie
Van Rompuy liet zijn stem overigens wel horen in die discussie, door zijn naam te zetten onder een stuk in de Belgische krant De Standaard waarin Nederland erop gewezen werd dat het complete steunpakket van 750 miljard in feite niet meer kost dan vier kopjes koffie per inwoner per jaar. “Dat was om te relativeren. Het gaat om leningen met een looptijd van dertig jaar, dértig jaar, tegen een extreem lage rentevoet. Die is sedert de oprichting van de VOC nooit lager geweest.”
Iedereen die beweert dat Europa een soort superstaat is, wel, die moet maar eens kijken naar onze bevoegdheden
Ter verdere relativering: dit beleid betreft alleen economische aspecten. Over volksgezondheid, in deze crisis het kernonderwerp, heeft de EU niets te zeggen. “Dus iedereen die beweert dat Europa een soort superstaat is, die moet maar eens kijken naar onze bevoegdheden. We hebben hier te maken met een van de grootste crises die onze samenleving heeft gekend en de EU is daarin níét bevoegd te handelen. Voor een ‘superstaat’ kan het nogal tellen dat je voor zo’n uitdaging eigenlijk geen competenties hebt.”
“Misschien relativeer ik een beetje te veel maar ik ben het zodanig gewoon geworden van altijd maar te horen dat het nú toch wel écht om een existentiële crisis gaat. Het gaat altijd om grote problemen. Zie de terroristische aanvallen in Frankrijk en België. De vluchtelingencrisis in de zomer van 2016, toen er ineens anderhalf miljoen mensen aan de deuren stonden. Toen heeft Rutte samen met Merkel onderhandeld met de Turkse premier en een vloed van vluchtelingen een halt toe geroepen. Ik maak nu even een abstractie van het grote menselijke probleem in de vluchtelingencrisis.

Telkens opnieuw slagen de zevenentwintig regeringsleiders erin oplossingen te vinden en voldoende cohesie op te brengen. Het gaat altijd met horten en stoten en niet altijd van harte maar het lukt altijd een antwoord te geven.”
Aanmodderen
Dat improviseren en navigeren in onaangekondigde crises is een kerntaak van de EU. ‘Het ergste vermijden is reeds het goede doen’ is bijna een levensmotto geworden, zegt Van Rompuy. “Aanmodderen is een constante, in Nederland en in België niet anders dan in de Europese Unie. Wij zijn vrij goed in crisismanagement. Maar in de crisis moet men dan telkens ook de langere termijn voor ogen houden: hoe zorgen we ervoor dat het niet opnieuw gebeurt?”
“Voor de economische crisis van 2010-2012 geldt dat we toen een aantal fundamenten hebben gelegd voor een sterker beheer van de eurozone, maar dat geval is niet af. Het ontgoochelende voor mij was dat - eens de crisis echt voorbij was, ik situeer dat einde 2012 - in de uitbouw van de economische en monetaire unie bijna niks gebeurd is. Het gebouw is verre, verre van af.”
“In die zin is het heel jammer dat blijkbaar men een crisis nodig heeft om tot beslissingen te komen, naar het fameuze woord van Churchill: never let a good crisis go to waste. Maar dat is niet specifiek eigen aan Europese politiek, dat is ook met u persoonlijk zo: heel veel mensen wachten met besluiten tot het point of no return.”
In die begroting zit een filosofie, een strategie, van een ecologische en digitale ombouw van de Europese Unie
“Daarom vind ik het zo goed dat in het akkoord dat nu is gesloten men heeft gezegd: we gaan die 750 miljard van het herstelfonds niet investeren op de oude manier - de klassieke infrastructuur versterken, dus wat bruggen en wegen en havens en zo wat - nee, men heeft gezegd: dat reconversiefonds moet deel uitmaken van de zeven jaar van de EU-begroting. En in die begroting zit een filosofie, een strategie, van een ecologische en digitale ombouw van de Europese Unie. Men heeft de lange termijn voor ogen gehouden te midden van crisismanagement. En dat vind ik een heel positieve ontwikkeling. Nu moet het daar nog wel ook echt aan besteed worden, natuurlijk.”
Waardengemeenschap
Cruciaal, die focus op de economische veerkracht en vernieuwing. Maar de crux van de EU is niet gelegen in het economische of monetaire macht. Van Rompuy heeft altijd vooral gehamerd op de oorsprong en doel van de EU: een waardengemeenschap. De rechtsstaat en de democratie zijn de fundamenten waarop de Europese Unie rust. En ook nu zijn er leiders die dat scherp voor ogen hebben.
“Het is moeilijk namen te noemen want dan wekt men de indruk anderen te vergeten, maar Macron hamert al sinds zijn speech aan de Sorbonne, vlak na zijn aantreden in 2017, op het idee van Europese soevereiniteit en op het feit dat we te afhankelijk zijn van andere continenten, op het gebied van digitalisering, energie, defensie, migratie, defensie enzovoorts.”
“Ook Merkel doet dat heel decisief, al gaat ze door voor een heel pragmatische staatsvrouw. Ze wacht soms lang maar als ze iets vindt dan gaat ze er resoluut voor. Echt leiderschap is de opportunity weten vast te pakken en er iets mee weten te doen. Niet mee te surfen op een paar oppervlakkige gevoelens maar duidelijk te maken: dit is een crisis zonder precedent en ik stel nu ook iets voor dat geen precedent heeft.”
Kwaad
Hoe anders gaat het met Groot-Brittannië. Van Rompuy komt er nog niet aan toe er verdriet van te hebben. “Ik ben zodanig kwaad op al wat met de brexit is gebeurd en zodanig kwaad op de elite in Groot-Brittannië en speciaal de conservatieve partij, dat er niet veel plaats is voor het woord verdriet. Ik blijf even kwaad.”
“Dit is het zelfverklaarde vaderland van het gezond verstand en het pragmatisme maar die brexit is een aanfluiting is van alle redelijkheid, van álle redelijkheid. Pragmatisme gaat dikwijls over geld en economie maar dit is helemaal niet in hun belang. Ook niet in het Europese belang. Maar bij een harde brexit is de schade voor Groot-Brittannië vier of vijf keer groter dan de schade die zal toegebracht worden aan de EU.”
Ik ben zodanig kwaad op al wat met de brexit is gebeurd dat er niet veel plaats is voor het woord verdriet
“Ik begrijp er nog altijd niks van. Hun jonge mensen zullen zeggen: wat hebben onze vaders en grootvaders allemaal uitgehaald! Ze hebben ons afgesneden van het continent! Terwijl die jonge mensen allemaal veel breder en echt globaler denken. Die zitten niet vast in nationalisme.”
“Groot-Brittannië heeft nergens bondgenoten: de Verenigde Staten zitten volop in een golf van protectionisme en nationalisme, Australië en India onderhandelen liever met de EU dan met het Verenigd Koninkrijk (want een markt van 450 miljoen versus 60 miljoen) en in Europa zelf hebben ze al helemaal geen partners meer.”
“De 27 landen negotiëren al vier jaar eensgezind - al vier jaar! - met Groot-Brittannië dus daar moeten zij op niemand nog rekenen eigenlijk. ‘Brittania rules the waves’ is alláng voorbij. Bovendien, wat als er een referendum komt in Schotland? Ze kunnen weigeren - tegen al hun tradities in - maar toch het risico lopen dat het United Kingdom not united anymore is. Het zou dan een onbeduidend en onbetekenend land worden.”
China en Amerika
Ook op de schaal van de Europese Unie is het al moeilijk om een globale actor te zijn. Qua inwonertal is het in de geschiedenis nooit meer geweest dan een paar procent van de wereldbevolking. Het heeft zijn kracht te danken aan de economische macht die gebouwd is op koloniale imperia.
“En toen hebben we onszelf helemaal uitgeschakeld door twee wereldoorlogen uit te vechten. Daarna heeft men de ingeving gehad dat we eigenlijk een totaal nieuw Europa moeten bouwen, intern en extern. Dat is de EU geworden: ze had niet meer de macht en kracht maar ook niet de ambitie om een soort van wereldmacht te bouwen. Dat China en andere landen er nu sterk op vooruit gaan moeten wij eigenlijk toejuichen. Dat er daar honderden miljoenen mensen uit extreme armoede komen, is toch niet erg voor ons.”
China begint zich te bezinnen op welke plaats het in de wereld wil innemen. “Je kunt niet de economische bondgenoot zijn van iedereen en tegelijk de politieke tegenstander
En China begint zich te bezinnen op welke plaats het in de wereld wil innemen. “Je kunt niet de economische bondgenoot zijn van iedereen en tegelijk de politieke tegenstander. Daar is grote discussie over gaande daar. Ze beginnen ook de limieten in te zien van hun economische macht. Want ge kunt overal infrastructuur bouwen maar die landen voelen zich nu de gevangene van die leningen die de Chinezen hen opgedrongen hebben, dus de soft power van China moogt ge ook niet overschatten.”
Binnenlandse agenda
Ook de Verenigde Staten zijn zich aan het bezinnen. Of het nu Trump wordt of Biden, beiden zien voor de VS een minder grote rol in de wereld. “Het land is zich aan het terugplooien op zichzelf, het prioriteit willen geven aan de binnenlandse agenda is heel sterk aanwezig. Ze trekken zich voor een deel terug uit het wereldgebeuren.”
De wereld is niet meer multipolair maar apolair. “We leven in een wereld die veel diffuser is. Er is geen dominerende macht meer. Niemand moet nog echt een kamp kiezen. De Europese Unie moet relevant zijn; haar belangen verdedigen en waarden promoten, maar ook de limieten inzien van wat mogelijk is, en daarover minder gefrustreerd zijn want niemand domineert de wereld nog. De Unie niet maar anderen ook niet. Er zijn eigenlijk geen grote militaire conflicten en bedreigingen. Geen grote brandhaarden.”
Afrika
Niet wat oorlog betreft althans. De brandhaarden van vandaag zijn groeiende ongelijkheid, klimaatverandering, vluchtelingenstromen.
“Voilà. Onze naaste buur is Afrika, met nu een miljard mensen en dat zou eind deze eeuw iets meer dan vier miljard kunnen zijn. Het blijft het armste continent van allemaal en met een bevolkingsgroei van 2 à 3 procent per jaar is het heel moeilijk om er in inkomensgroei op vooruit te gaan. Daar is het potentieel van migratie natuurlijk enorm en dat voelen wij als bedreiging: vier miljard mensen die zitten te kijken naar de andere kant van de Middellandse Zee, naar onze welvaart, dat is iets waarvan we ons heel sterk bewust moeten zijn.

Wij moeten geen gesloten continent zijn maar onze absorptiecapaciteit is beperkt en we willen dat migratie op een gecontroleerde manier plaats heeft. Daarom moeten wij massaal investeren in Afrika, in de economische ontwikkeling, daarom moeten wij ook onze grenzen nog veel beter bewaken dan vandaag. Met heel veel moeite heeft men 10.000 Europese coast guards op de been kunnen brengen maar daarmee zal men de heel lange grens niet bewaken.”
“Kijk naar wat er gebeurt in Libië; daar zouden wij veel sterkere aanwezigheid moeten hebben. Want dat gaat niet over dominantie van de wereld, dat gaat rechtstreeks over onze eigen belangen in onze eigen buurtschap. Als we daar afwezig blijven dan zijn we niet goed bezig.”
Geen superstaat
Hij herhaalt het nog maar eens: Europese natiestaten hebben veel eigen macht. Hun overheden geven bij elkaar wel vijftig keer zo veel uit als de Europese Unie. De Europese begroting is maar één procent van het Europese BBP.
“Er is geen Europese superstaat. Maar we moeten wel bedenken: wat willen we met Europa? Ik steun het idee van Macron dat te midden van het verder bestaan van de natiestaten er een Europese unie moet zijn die haar eigen rol speelt en die veel minder afhankelijk is van de rest van de wereld. Een EU die een soort van soevereiniteit moet hebben.”
Wij moeten onze eigen kampioenen, onze eigen innovatiekracht veel sterker ontwikkelen
“Wij kunnen niet verder afhankelijk blijven van Chinese en Amerikaanse technologiereuzen. Wij moeten onze eigen kampioenen, onze eigen innovatiekracht veel sterker ontwikkelen. Op het vlak van energie zijn er nog landen die helemaal afhankelijk zijn van Rusland inzake olie en gas.”
“We moeten de moed hebben inzake defensie meer uit te geven dan we nu uitgeven. De NAVO wordt voor 75 procent betaald door de Amerikanen. Voor een continent dat soeverein wil zijn, is dat onhoudbaar. Hetzelfde geldt voor de euro. Het is de tweede munt in de wereld. Maar dan een derde van alle betalingen in de wereld gebeurt in euro. De Amerikanen hebben van de dollar een machtsinstrument gemaakt, een chantagemiddel: ‘pas op, als u dat doet dan gaan wij de toegang tot de dollar afsnijden’. Ook inzake de euro moeten we dus een veel grotere mate van soevereiniteit hebben.”
Burgerzin
Met lede ogen ziet hij juist ook anti-Europese gevoelens groeien. “Wat we nu meemaken met het opnieuw opkomen van nationalisme of nationaal centrisme, protectionisme en zo meer is een uitdrukking van een dieper fenomeen: de toenemende individualisering van de samenleving. Die fragmentering heeft ook positieve elementen, want dan gaat het over ontvoogding en zo meer en het is verre van mij om daar tegen te zijn. Ik ben zelf een onafhankelijke en vrije geest dus is ga dat zeker niet verloochenen, dan zou ik mezelf verloochenen.”
“Maar als het in het leven alleen over jezelf gaat, dan is er geen samenleving die in stand wordt gehouden. Dat merken we nu heel goed in de coronacrisis: men spreekt veel over burgerzin en gezond verstand maar een tweede vlaag van Covid-19 komt door te wéínig burgerzin en te weinig gezond verstand.”
Naar binnen gekeerd
“Als men toch een kenmerk moet geven voor de huidige tijd is het dat we allemaal inward looking zijn geworden. Als ik de trein neem, en tot maart was dat haast elke dag, zie ik dat niemand nog met iemand spreekt. Iedereen staat te staren op zijn smartphone. En men heeft misschien een uiterst belangrijke conversatie met iemand maar ik vrees dat het over banale dingen gaat.”
“We leven afgesneden. Dat moeten we erkennen, dat het een van de grote problemen is van de samenleving. Ik ben opgegroeid in de jaren vijftig waar iedereen iedereen kende, en dat was niet op een vergeten platteland, maar dat was op vijf kilometer van het stadhuis van Brussel.”
“Ik ben daarna getrouwd en gaan wonen in een wijk met evenveel jonge mensen als waar ik in opgegroeid ben, en men kent elkaar nauwelijks, nauwelijks. Onze way of life is helemaal veranderd.
De individualisering verklaart ook de fragmentering van het politieke landschap. Dat maakt het bestuur van een land bijzonder moeilijk
De individualisering verklaart ook de fragmentering van het politieke landschap. Dat maakt het bestuur van een land bijzonder moeilijk. Voor de samenhang in de maatschappij en voor het geluk ook van mensen blijft het van wezenlijk belang dat men blijft outreachen naar anderen.”
“Het geluk vind je nooit in jezelf. Het is altijd meer iets wat ge geeft dan wat ge krijgt. De liefde begint met respect voor de ander. Liefde is niet alleen een emotie, het is een gedrag. Dat geldt ook voor hoop: hoop is een werkwoord. Dat wil zeggen: ge vindt er overal tekenen van, ge vindt overal goede mensen aan wie ge u kunt optrekken en in wie ge een voorbeeld kunt zien. I’m a man of hope. Soms tegen beter weten in. Maar dat geeft niet, dat geeft niet.”
Herman Van Rompuy spreekt op 28 oktober samen met Mathieu Segers op de bijeenkomst ‘Gemene Zaak? Geld en Europa’ in Den Haag.