De basisschool als springplank?
De scholen gaan weer open - een hele opluchting voor vele ouders. En ook heel goed voor de kinderen, want ze zien hun vriendjes en vriendinnetjes weer, en de gewone juf of meester.
De ouders hebben intussen diep respect gekregen voor basisschoolleerkrachten. Wat een vak! Kinderen rustig houden en ook nog eens een programma draaien… Je kunt geen moment duiken of wegkijken: basisonderwijs is topsport.
Corona brengt ook ongelijkheid aan het licht. De ontwikkeling van kinderen zonder stabiele thuissituatie is achterop geraakt, cognitief, sociaal en qua persoonsvorming. De basisschool zou voor kinderen met een achterstand een springplank moeten zijn, maar de realiteit is anders, laat ook de recente documentaire Klassen zien.
Groeiende ongelijkheid staat al langer op de onderwijsbeleidsagenda. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen maakt verschillende projecten mogelijk. Er loopt een pilot met twaalf zogenaamde Tienerscholen, waar kinderen van tien tot veertien jaar bij elkaar blijven en pas aan het eind verschillende wegen gaan.
Kinderen worden in Nederland met elf jaar gesorteerd voor vervolgonderwijs, en dat is eigenlijk veel te vroeg
In 2019 is de Gelijke Kansen Alliantie gestart, om gemeenten en scholen op lokaal niveau in staat te stellen knelpunten aan te pakken. Interessant in dit pakket is bijvoorbeeld de Brede Brugklas Bonus.
Beide projecten raken aan een falend systeemkenmerk: kinderen worden in Nederland met elf jaar gesorteerd voor vervolgonderwijs, en dat is eigenlijk veel te vroeg. Uit het buitenland weten we al lang dat kinderen met een achterstand zich beter ontwikkelen als die sortering later plaatsvindt. Maar dat verander je niet zomaar, hier spelen verschillende belangen.
Een veelgehoorde vraag is of dit niet ten koste gaat van cognitief meer begaafde kinderen? De vrees is begrijpelijk, maar er is geen bewijs. De Gelijke Kansen Alliantie en de Tienerscholen kunnen inzicht bieden in de effecten van een latere keuze voor vervolgonderwijs en wellicht een opmaat bieden voor systeemwijziging.
Naast een latere keuzeleeftijd kan Nederland ook nog beter worden in het waarderen van het beroep van leraar. In Finland is leraar een beroep dat in zeer hoog aanzien staat. Een leraar basisschool is een pedagoog waar je u tegen zegt. Leraren basisschool verdienen er net zo veel als andere hoogopgeleiden.
Finnen zeggen dat leraren daar in de categorie advocaten, onderzoekers en artsen vallen. De beroepsopleiding voor leraar is felbegeerd: van elke tien aanmeldingen wordt er één geselecteerd.
Heel Nederland heeft respect gekregen voor leerkrachten en voor de uitdagingen waar scholen voor staan. Het wordt tijd dat dit respect wordt vertaald in maatregelen die de basisschool voor kinderen met een achterstand een echte springplank maken.
Aart Jan de Geus is bestuursvoorzitter van de Goldschmeding Foundation