Burgerdienstplicht blijft een vrome wens
Al jaren wordt in Nederland gesproken over een burgerdienstplicht. Met name in christelijk-sociale kringen leeft dit idee: het is goed voor een (jong) mens om iets te doen voor een ander, voor de gemeenschap. Goed voor de bewustwording van spoorzoekers en de integratie van outsiders. Goed ook voor het kweken van gemeenschappelijke waarden en normen.
En actueel: het zou de druk op de (mantel-)zorg kunnen verlichten. Als er zoveel voor te zeggen is, waarom is het er dan nog niet? Het belangrijkste argument is dat een ‘werkplicht’ moeilijk wettelijk in te voeren is, het zou namelijk dwangarbeid zijn. We zitten vast aan internationale verdragen die dit verbieden. De enige uitzondering die gemaakt mag worden, is militaire dienstplicht, maar die hebben we juist afgeschaft.
De koninklijke weg om dit bezwaar weg te nemen is het opzeggen van deze verdragen, maar dat doet een fatsoenlijk land niet. Als alternatief is geprobeerd om de maatschappelijke dienstplicht te koppelen aan scholen, als verplicht onderdeel van het curriculum. Dat bleek voor scholen best lastig, want wie is dan ‘werkgever’?
Maatschappelijke ‘stage’ via scholen is geprobeerd maar dat is voor zowel scholen als bijvoorbeeld hoveniersbedrijven of ziekenhuizen een hele belasting, zeker als de leerlingen niet van harte meewerken. Blijft over een vrijwillige maatschappelijk stage? Dat is mooi, en bestaat ook al in verschillende vormen.
Het blijkt echter een redelijk elitaire variant - echte integratie van outsiders levert het niet op, en van het gezamenlijk leren delen van waarden en normen komt weinig terecht.
Moeten we misschien toch militaire dienstplicht weer invoeren? Met een regime van vervangende dienstplicht voor degenen die iets moois maatschappelijk doen? Dat kan, maar geen enkel jong mens (m/v) wordt er beter van om zich in de kazerne te vervelen en geen oudere wordt er blij van om gewassen te worden door een onbekwame en onwillige dwarse adolescent.
Dus om het sluitend te maken moeten we dan 'militaire taken' uitbreiden met fysieke taken die niet te veel sociaal gevoel vragen. Wie weet is de eerstvolgende klimaatramp wel een zaak van nationale veiligheid.
Aart Jan de Geus is sinds 1 januari 2020 bestuursvoorzitter van de Goldschmeding Foundation.