
Bij het handen schudden draait het om gezien worden
Op 9 maart riep premier Rutte ons op om voorlopig geen handen meer te schudden om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. En daarvoor al kwam ik mensen in mijn omgeving tegen die kozen voor een ‘elleboogstoot’ ter begroeting. De Rotterdamse havendichter Moses Roffa wist het pakkend te verwoorden: “Allemaal je klauwen in je mouwen houwen.”
Inmiddels zijn er uitgebreidere maatregelen genomen. Hopelijk leiden die ertoe dat het virus zo min mogelijk verspreid wordt en dat we elkaar binnen afzienbare tijd weer kunnen opzoeken en van harte begroeten.
De Rotterdamse havendichter Moses Roffa wist het pakkend te verwoorden: "Allemaal je klauwen in je mouwen houwen"
Maar ook dan zullen er mensen zijn die liever geen hand geven. Dan echter vanuit een andere overweging, namelijk een religieuze.
Ophef over een geweigerde hand
U herinnert het zich misschien nog wel: het moment waarop toenmalig minister Verdonk geen hand kreeg van imam Ahmad Salam. Dat was in november 2004 en het leidde tot veel ophef.
Laten we even teruggaan naar dat moment, dat door diverse camera’s werd vastgelegd. Er waren enkele tientallen imams aanwezig, die alle de speciale inburgeringscursus voor ‘geestelijke bedienaren’ volgden. Allen gaven minister Verdonk een hand, behalve deze ene.
Dat had hij van tevoren kenbaar gemaakt en de minister wist dat ook. De imam had uitgelegd dat het geen uiting van disrespect was, maar dat hij uit religieuze overwegingen zijn respect bij de begroeting op een andere manier wilde tonen.
Dat hij de hand van minister Verdonk zou weigeren, had hij van tevoren kenbaar gemaakt en de minister wist dat ook
Toch koos de minister ervoor om voor het oog van de camera’s er een punt van te maken dat hij geen hand wilde geven. De ‘camera’s’ kozen ervoor vooral deze ene ontmoeting in beeld te brengen, waardoor de tientallen imams die daarvoor wel allemaal een hand hadden gegeven, naar de achtergrond verdwenen.
De getalsmatige verhoudingen tussen die tientallen imams en de ene imam van toen zijn in mijn ervaring illustratief voor de verhoudingen in het algemeen onder moslims die wel en geen handen schudden. De overgrote meerderheid van moslims doet dat wel, een kleine minderheid kiest ervoor het niet te doen.
Sterke reacties
Onlangs nog kwam Suhayb Salam (‘de zoon van’) in het nieuws omdat hij voor een eventueel optreden bij het televisieprogramma OP1 als een van de voorwaarden had gesteld dat hij aanwezige vrouwen geen hand zou geven. Uiteindelijk kwam hij overigens niet, omdat de redactie niet met andere door hem gestelde voorwaarden instemde.
Geen hand geven levert regelmatig vrij sterke reacties op, zowel bij degene van wie de hand ‘geweigerd’ wordt als in het publieke debat daarover. In het algemeen wordt het verbonden aan het zich niet willen conformeren aan Nederlandse waarden en normen.
Geen hand geven levert regelmatig vrij sterke reacties op, zowel bij degene van wie de hand 'geweigerd' wordt als in het publieke debat daarover
In het bijzonder wordt het vaak gezien als een uiting van minachting tegenover vrouwen, omdat deze mannen alleen vrouwen geen hand willen geven. Een situatie waarin mensen worden overvallen met iemand die geen handen blijkt te schudden, wordt meestal als zeer confronterend en als een persoonlijke belediging ervaren.
Oorsprong van het handen schudden
Laten we dit wat nader onder de loep nemen. Het staat niet in de wet dat we in Nederland handen schudden ter begroeting. Natuurlijk, waarden en normen zijn niet alleen in wetgeving vastgelegd (gelukkig maar!), maar ook in (ongeschreven) gewoonten. Maar waar komt deze gewoonte eigenlijk vandaan? Daarover doen verschillende verklaringen de ronde.
Zo zou de oorsprong liggen in de Mithrascultus die in het Romeinse leger wijdverspreid was. Of het geven van de open, ongehandschoende hand zou een teken zijn dat men ongewapend, en dus in vrede kwam.
Historicus Han van der Horst schreef op 19 februari op online platform JOOP: ‘Het schudden van de hand raakte dik twee eeuwen geleden populair onder jonge Britse aristocraten, die daarmee hun libertijnse levensstijl tot uiting wilden brengen en het feit dat ze ter verhoging van de sfeer graag uit zijden zakjes lachgas snoven. Vanaf 1840 namen jonge Nederlandse liberalen dit schudden van de hand over. ‘
De oorsprong zou liggen in de Mithrascultus die in het Romeinse leger wijdverspreid was. Of het geven van de open hand zou een teken zijn dat men ongewapend, en dus in vrede kwam
Waar het ook vandaan komt, in westerse landen is handen schudden een wijdverbreid gebruik voor begroeting en kan het ook van grote symbolische waarde zijn (denk bijvoorbeeld aan de handdruk tussen Rabin en Arafat in 1993). In grote delen van de wereld zijn er echter andere begroetingsrituelen.
Wel respectvol
Wanneer er bericht wordt over een incident rond het niet schudden van handen, lees ik meestal dat een man weigert vrouwen een hand te geven. Op die manier kan ik me voorstellen dat het overkomt als een uiting van minachting of superioriteit van mannen tegenover vrouwen.
Maar, voor alle duidelijkheid: er zijn ook vrouwen die ervoor kiezen mannen geen hand te geven. Zij passen daarmee dezelfde richtlijn toe. Een richtlijn waarmee je het alsnog oneens kunt zijn natuurlijk, maar deze is hetzelfde voor mannen en vrouwen en in die zin geen uiting van ongelijkheid of minachting.
Sterker nog, voor degenen die ervoor kiezen geen hand te geven, is het juist bedoeld als een uiting van respect, respect voor de (lichamelijke) intimiteit van de ander. In deze visie is lichamelijk contact tussen mannen en vrouwen, ieder lichamelijk contact, voorbehouden aan echtgenoten en bloedverwanten (zoals ouders met hun kinderen).
Voor degenen die ervoor kiezen geen hand te geven, is het juist bedoeld als een uiting van respect, respect voor de (lichamelijke) intimiteit van de ander
Zo hoorde ik een rabbijn ooit uitleggen aan een groep: “Ik geef u geen hand uit respect voor mijn vrouw”. Om verwarring te voorkomen, gaf hij overigens niemand een hand, ook de mannen niet.
Gezien worden
De kwestie van het wel of geen hand geven heb ik vaak besproken in workshops, gastcolleges of lezingen voor allerhande groepen. Het is duidelijk en begrijpelijk dat het mensen raakt wanneer zij zelf meemaken dat hun hand niet wordt geschud of wanneer ze erover horen.
Maar wanneer je er verder over doorpraat, blijkt het mensen in essentie erom te gaan dat ze met respect bejegend worden. We willen gezien worden.
En als je er verder over doorpraat, blijkt het helemaal niet zo’n punt te zijn dat je dat respect ook op andere manieren kunt laten zien. Of dat nu bijvoorbeeld is met een hand op het hart of met de handpalmen tegen elkaar (de ‘namaste-groet’).
Pro-actief communiceren
Dat laat echter onverlet dat het confronterend en pijnlijk is wanneer iemand zijn of haar hand toesteekt en deze dan bot wordt geweigerd. Daarom ligt bij mensen die ervoor kiezen geen hand te schudden in deze samenleving, waar dat de gewoonte is om respect te betonen, wel de verantwoordelijkheid om daar duidelijk en proactief over te communiceren. Zo kunnen pijnlijke situaties voor iedereen worden voorkomen.
Doe er niet krampachtig over, maar wees duidelijk en gracieus in je uitleg en toon je respect op een andere wijze. Dus niet alleen botweg weigeren, maar met een glimlach op eigen wijze groeten.
Daarom ligt bij mensen die ervoor kiezen geen hand te schudden in deze samenleving wel de verantwoordelijkheid om daar duidelijk en proactief over te communiceren
In mijn ervaring heeft iedereen daar respect voor, ook al is het soms wat onwennig. Mijn eigen ‘beleid’ hierin is dat ik een uitgestoken hand, letterlijk en figuurlijk, nooit afsla.
Voor nu: zorg goed voor uzelf en voor elkaar en blijf elkaar zien, met of zonder het geven van een hand!
Marianne Vorthoren is voorzitter van de stichting Veelkleurige Religies in Rotterdam