Bethlehem zit op slot
Bethlehem is een wat benauwend stadje. Heuvels vol kalkstenen huizen, aan drie kanten omringd door de Muur waar Israël veiligheid aan hoopt te ontlenen, en uitzicht op alsmaar uitdijende nederzettingen op de bergen rondom.
Veel is er niet te doen. Behalve de vele kerken en heilige plekken staan er vooral eindeloos veel souvenirwinkels met olijfhouten kersstalletjes.
Maar met Kerst is Bethlehem altijd even het centrum van de wereld. De patriarch uit Jeruzalem komt binnen door een speciaal voor hem geopende poort in de Muur, verwelkomt scoutinggroepen met trommels en doedelzakken, christenen en moslims.
De stad wordt overspoeld door bezoekers, toeristen, diplomaten, vertegenwoordigers van de Palestijnse Autoriteit en cameraploegen. Het plein voor de Geboortekerk stroomt vol met mensen. Tien jaar terug was ik erbij, de ontroering voel ik nog steeds.
Maar dit jaar is Kerst in Bethlehem niet zo vrolijk. We kunnen er niet heen en dus bel ik met Jack Munayer, Palestijnse christen in Jeruzalem, coördinator van het Ecumenical Accompaniment Programme in Palestine and Israël (EAPPI), een vrijwillige waarnemersmissie van de Wereldraad van Kerken waarin PAX participeert. Ik wil horen hoe het gaat.
Toerisme, zeker met Kerst, levert normaal gesproken een groot deel van de inkomsten. Nu zijn de winkels dicht
Het gaat niet goed. De bezetting is er niet minder op geworden, en corona heeft de Palestijnen net als de Israëli’s hard getroffen. Toerisme, zeker met Kerst, levert normaal gesproken een groot deel van de inkomsten. Nu zijn de winkels dicht en leven Palestijnen in een strenge lockdown.
Humanitaire hulp is er, maar niet voldoende. Of het vaccin tegen corona het licht aan het einde van de tunnel zal zijn, weet hij nog niet. Israël heeft veel besteld, maar zal het ook de Palestijnen bereiken?
Economie en volksgezondheid zijn niet Jacks enige zorgen. EAPPI was opgezet om Palestijnse boeren bij de olijvenoogst te begeleiden, om aanwezig te zijn bij de checkpoints, om zichtbaar te maken wat leven onder bezetting betekent.
Waarnemers zijn er nu niet. Journalisten ontbreken. De Europese ambassades waarmee Jack goed samenwerkte, draaien op halve kracht en diplomaten kunnen de kwetsbare gemeenschappen niet bezoeken. Het geweld, van gewapende kolonisten en van militairen bij de checkpoints, is er niet minder op geworden maar blijft vrijwel onopgemerkt.
Dan stel ik een gênante en pijnlijke vraag: “Is er hoop, Jack?” Nou, in elk geval niet voor de internationale politieke ontwikkelingen, is het antwoord. De normalisatie van de betrekkingen tussen Israël en Arabische landen, sinds kort ook Marokko, wordt door Palestijnse politici vooral als verraad gezien. Al snapt hij waarom dit voor Israël aantrekkelijk is, voor Palestijnen lijkt het niets op te leveren.
“Hoop zit in onze gemeenschap. In de onderlinge steun, de mensen die het weinige dat ze hebben met elkaar blijven delen”
Met enige aarzeling: “De Palestijnse politici en denktanks zullen hun strategieën moeten herzien, ze kunnen niet meer blijven leunen op de Arabische landen, misschien is dat een kans.”
Jack is bezorgd over het wisselgeld dat de Arabische landen ontvangen voor hun erkenning van Israël: de Amerikaanse wapenleveranties aan de Golfstaten, de versterking van de militairen in Soedan en de erkenning van Marokkaans gezag over de Sahara. “Tegen alle regels van het internationaal recht in, alsof we terug zijn in de negentiende eeuw. Dit moeten we niet willen, Israël ook niet.”
“Hoop zit in onze gemeenschap. In de onderlinge steun, de mensen die het weinige dat ze hebben met elkaar blijven delen. En de steun van mensen wereldwijd, zoals van jullie. Als een gelovig mens denk ik dat we hier zijn met een doel.” Maar hij blijft bezorgd klinken. “Ik hoop dat we het volhouden, ik ben bang dat we de tijd niet aan onze kant hebben.”
Deze Kerst brengt ook Jack thuis door, met zijn jonge gezin. Geen buitenlandse bezoekers, geen kerkdiensten, geen feest op het plein bij de Geboortekerk. Maar als het kan volgend jaar, hoopt hij dat we weer komen. Ik ben het beslist van plan.
Jan Jaap van Oosterzee is hoofd Public Affairs van PAX
Abraham-akkoord betekent een ongekende doorbraak in het Midden-Oosten
Met de normalisatie van de betrekkingen tussen Israël en Arabische landen door het Abraham-akkoord wordt de Palestijnse kwestie gedegradeerd tot een lokaal conflict. Dit is de grootste verandering in het Midden-Oosten sinds de Iraanse revolutie van 1979.