
Apocalyptisch decor voor de Biënnale
Niemand had kunnen bedenken hoe de omgeving van de Biënnale in Venetië zich zou aanpassen aan het thema van het kunstevenement: Apocalyps. Vanwege het hoge water was de Biënnale zelfs niet iedere dag geopend.
Op dinsdagmiddag 12 november kwamen mijn vrouw en ik aan in Venetië om de 58ste editie van de Biënnale te bezoeken. ‘s Avonds loeiden sirenes als waarschuwing voor hoog water en aan het eind van de avond was het geraas van de sirocco-wind te horen. Vanuit het raam van ons verblijf zag ik het water door het zijstraatje van de Via Garibaldi kolken. Woensdag was vanwege de weersomstandigheden de Biënnale gesloten; ook scholen en vrijwel alle winkels waren dicht, pinautomaten werkten niet meer. De vaporettolijn 1 bracht ons naar het droge Piazzale Roma om in ieder geval wat eten te kopen. De palazzi langs de Canal Grande hadden hun trotse glans verloren en stonden in het diepe water te treuren.
Interessante tijden
Ook het palazzo Grassi waar de overzichtstentoonstelling van de bekende Belgische schilder Luc Tuymans was, had zijn deuren gesloten. ‘s Middags kon je weer rondlopen in de stad en kerken bezoeken waar grote schilderijen hangen met Bijbelse taferelen van beroemde Venetiaanse meesters zoals Bellini, Tintoretto, Titiaan en Tiepolo.
De Venetianen pompten en veegden deze week steeds het water weg uit hun winkels en restaurants. De Biënnale was donderdag weer open. De curator Ralph Rugoff koos als titel voor de tentoonstelling May You Live In Interesting Times. Dat is in het grotendeels overstroomde Venetië een understatement.
De titel drukt ook ironie uit. De tentoonstelling laat namelijk veel maatschappelijk betrokken kunst zien met de boodschap: ‘we gaan er allemaal aan’. In het Franse paviljoen loop je in een azuurblauwe zee waarin plastic mobieltjes en oude snoeren drijven te midden van een octopus gemaakt van glas. In de al gesloten tentoonstelling van Litouwen was de opera te horen: ‘Kwallen dansen in paren, samen met smaragdgroene tasjes, flessen en rode flesdoppen.’
We gaan niet alleen ten onder door de ecologische crisis maar ook door menselijk geweld. Teresa Margolles verbeeldt in haar Muro Ciudad Juárez (2010) het drugsgeweld in Mexico. Een twaalf meter lange muur met prikkeldraad erop en met kogelgaten als gevolg van het geweld van de drugsoorlog.
In het paviljoen van Chili toont Voluspa Jarpa het geweld door de eeuwen heen van vooral Europese koloniale uitbreidingsdrang én de onderdrukking van democratische tegenkrachten. Het begint met een plastische verbeelding van het lynchen van de gebroeders De Witt in 1672 door het volk in Den Haag. Zij waren de zondebok voor het rampjaar 1672. Eén van de vroegste vormen van een republiek lijkt zo te bezwijken.
De titel May You Live In Interesting Times is ook een parapluterm waaronder heel verschillende kunst schuil gaat. Avery Singer maakt digitale composities geprojecteerd op het doek. Zij geeft daarmee een nieuwe beeldtaal zoals in haar genderneutraal portret (Untitled (Monday) (2017). De gelaatstrekken bestaan uit lijnen, rasters en geometrische vormen. De mens van de toekomst?
De kunstenaar als kunst
Indrukwekkend vond ik het werk van de Japanse kunstenares Mari Katayama. Ze maakt fotografisch werk van haar lichaam geplaatst te midden van door haar verzamelde of gemaakte dingen. Door een geboorteafwijking heeft Katayama een gespleten hand. Toen ze negen jaar oud was, werden haar benen geamputeerd. Heel knap laat ze in shell (2016) zien hoe ze van zichzelf te midden van haar omgeving kunst maakt.
Heel sterk vond ik ook het werk van de kunstenares Nicole Eisenman die monsterlijke en vervormde sculpturen maakt van slechte mannen, gedreven door macht en hebzucht, zoals King Head (2018). Ik zal me wel vergissen, maar één ‘kop’ lijkt sterk op het hoofd van generaal De Gaulle.
Anders dan de laatste drie genoemde werken, leggen andere kunstenaars in hun werk een link met de titel van de tentoonstelling. Het paviljoen van India interpreteert ‘tijd’ als Our time for a future caring. Er hangen Nandalal Boses werken (de Haripura-posters) die destijds in opdracht van Gandhi zijn gemaakt om het volk van India tot meer zelfbewustzijn te stimuleren. Gandhi’s idealen blijken nog steeds geldig in een gewelddadige en intolerante wereld.
Verleden en toekomst
De beide kunstenaars van Surinaamse afkomst Iris Kensmil en Remy Jungerman vertegenwoordigen Nederland op deze Biënnale. Ook hier wordt het heden in relatie gebracht met het verleden en de toekomst, vooral met het bestaan van de vrije kunstenaar. Kensmil toont indrukwekkende portretten van zwarte vrouwelijke utopisten, omgeven door sporen van het werk van utopische kunstenaars als Mondriaan en Malevitsj. Als slot reflecteert Kensmil in beelden op haar positie als kunstenaar onafhankelijk van instituties.
Een van Jungermans werken toont een offertafel die in een opgedroogde rivierbedding staat. Het verwijst naar het koloniale verleden van Nederland met Suriname. De rivierbedding herinnert aan de slavenhandel van weleer. Boven de tafel hangen constructies waarvan de vorm verwijst naar De Stijl. Ze zijn geïnspireerd op een draagorakel dat tijdens pelgrimages in het oerwoud op het hoofd gedragen wordt om op diverse locaties de goden te bezoeken. Deze constructies met rasters verwijzen ook naar gevangenissen waaruit slaven wilden ontvluchten om hun eigen kunst en cultuur te ontwikkelen zoals de Surinaamse Marrons.
Jungerman zegt over de offertafel: ‘In de winti wordt die ingericht voor je voorouders. Pas als je al je voorouders bij elkaar hebt, kun je het verleden zuiveren, om te komen tot een nieuw gesprek.’ Voor Jungerman is aan de tafel ook plaats voor Nederlandse voorouders zoals Mondriaan, om positieve energie te geven als we naar een gemeenschappelijke toekomst kijken. Het moet een open gesprek zijn tussen de verschillende culturen. Dit is kunst met gelaagde betekenissen, een indrukwekkende transnationale presentatie.
Toekomstige ondergang
Terug naar de apocalyptische toon in veel kunstwerken. De Duitse Hito Steyerl zette het apocalyptische Venetië in scène in haar installatie This is the Future (2019). Eén van haar beelden toont een ingestort Venetië. De bezoeker wordt uitgenodigd om een tuin te vinden die bewaard moet worden voor de toekomstige ondergang.
De bezoeker loopt over verhoogde planken zoals wij in Venetië met te hoog water. In de installatie loop je tussen digitale bloemen die niet feitelijk bestaan. Dat roept de vraag op wat we eigenlijk weten van de toekomst. Kan kunstmatige intelligentie ons helpen een voorspelling te doen?
Opvallend is dat er nauwelijks expliciet religieuze kunst is te zien op de Biënnale. Uitzondering is de film Year 2118 (2018) en foto’s van een andere film, beide van de boeddhist Khyentse Norbu. Veel werk gaat over de apocalyps, maar dan niet met beelden van de Openbaring van Johannes maar in eigentijdse seculiere beeldtaal.
De theoloog Paul Tillich zou zeggen dat zulke apocalyptische werken impliciet religieus zijn. Ze stellen vragen over de toekomst van de wereld waarop God als schepper en verlosser een antwoord is. Wil dat antwoord niet goedkoop zijn, dan zijn ook mensen van goede wil als Gods medewerker hard nodig voor de inzet voor het rijk van vrede en gerechtigheid.
San Marco
Zondag 17 november was een bezoek aan de Basiliek van San Marco niet mogelijk. Deze kerk verbindt in haar fresco’s majestueus de oosterse kerk (Byzantium) met de westerse kerk. De basiliek was gesloten vanwege wateroverlast. Onder het geluid van de sirene gingen we met de boot naar het vliegveld. De voorspelling voor Venetië was voor deze dag 150 centimeter hoogwater. De winkels hadden hun deuren weer gebarricadeerd.
Wessel Stoker is emeritus godsdienstfilosoof en hoogleraar esthetica aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.