Albert Heijn of Lidl-kerk
Vorige week was ik op het kerkhof. Een oude dame van 92 werd begraven. Op de kaart stonden de woorden van Jezus: ‘Kom tot Mij, die vermoeid en belast zijt...’ En daar probeerde ik iets over te zeggen.
Van huis uit was ze niet kerkelijk betrokken. In 1946, kort na de oorlog - ze was achttien en ze hadden al gauw een kind - vroeg ze aan de dominee: “Wilt u mijn kind dopen?” De predikant vroeg: “Kun jij dat kind dan christelijk opvoeden?” Ze zei: “Ik denk van niet.” “Dan kan het niet gedoopt worden”, zei hij. En dat was het dan.
Maar een paar jaar later kwamen er mensen aan de deur van een Vrije Evangelische Gemeente. Zij kwam tot geloof en haar man ook. Op een bepaald moment sloten ze zich aan bij de hervormde kerk om de hoek.
Op een of andere manier heb ik iets met deze mensen. In mijn ziel zit nog steeds een volkskerkgevoel: verbondenheid met mensen die niet veel opleiding hebben gehad en voor wie de drempel van onze PKN te hoog is. Net als de drempel van de AH: ze gaan liever naar de Lidl. Gaan we met deze mensen zorgvuldiger om dan die dominee in 1946? Zijn we als PKN niet nog elitairder geworden?
In diverse kranten werd onlangs uit de nieuwe PKN-visienota Van U is de toekomst eigenlijk alleen opgepikt dat elk jaar 60.000 mensen uit de PKN-registers verdwijnen. Onder hen veel jonge mensen. Maar dat zou men nu anders gaan aanpakken, anders is de kerk over 25 jaar nog leger dan vandaag.
Maar of dat zo gaat lukken? Laten we eerst even relativeren bij die cijfers. Inderdaad: 68.000 mensen verdwenen uit de registers van 2018. Navraag leerde echter: 40 procent door overlijden en dat moet toch mogen. Vervolgens 12.300 niet-gedoopten door opschoning. Blijft over: zo’n 28.000 waarvan 21.000 doopleden en 7000 belijdende leden door uitschrijving.
En zo zijn we steeds meer een kerk van Albert Heijn-mensen geworden
Maar nu nog iets: even verder vragen leerde dat niemand wist hoeveel van deze mensen zich persoonlijk hebben laten uitschrijven en er uitgeschreven wérden. Naar mijn overtuiging: verreweg de meesten zijn gewoon door de kerkenraad uitgeschreven, net als die niet-gedoopten. Al mag dat kerkordelijk niet.
De mensen willen uit zichzelf helemaal niet weg. Zo zijn we steeds meer een kerk van Albert Heijn-mensen geworden. En nu gaan we proberen hen weer binnen te halen, terwijl we ze zelf buiten hebben gezet. Niet omdat ze ongelovig zijn geworden, maar omdat zij heel weinig hebben met onze - vooral burgerlijke, CDA-achtige - manier van kerkzijn. Als ouderen mij vertellen dat geen van hun kinderen of kleinkinderen nog iets heeft met de kerk, is er haast altijd zo’n ‘1946 moment’-geweest.
Misschien moeten we eerst eens goed nadenken over randkerkelijkheid. Mag dat ook? Het is iets heel anders dan randgelovigheid. Halen we hen terug met een programmaatje van het Dienstencentrum? Hoeveel geduld heeft God, en hoeveel geduld hebben wij?
Laten we stoppen met al dat saneren en registers bijhouden. Zo doen ze dat in de andere kerken, niet in de kerk van Jan Rap en zijn maat. Er zijn weinig oppervlakkige jongeren. Als ze maar merken dat we er in de kerk zelf in geloven.
Die mevrouw waar ik over begon, eindigde in een verzorgingshuis op Zuid. Rond twaalf uur werd het eten rond gebracht. Zegt een verzorgster: “Mensen, wil er nog iemand bidden voor we gaan eten, dan zijn we nog even stil.”
Mijn held steekt haar hand op: “Zal ik dat dan maar doen?” en ging meteen hardop voor in gebed. En ze bleef het doen, dat meisjes van achttien van na de oorlog.
Piet de Jong is protestants predikant