
Aanstekelijk ondernemerschap
De liberale markteconomie heeft geleid tot massale monoculturen; de industriële agrobusiness is gericht op export en aandeelhouderswinsten. Multinationals als Bayer (dat onlangs Monsanto inlijfde), Chemchina/Syngenta en DowDupont zijn oppermachtig. Ze combineren handig de productie van bestrijdingsmiddelen én het genetisch veranderen van gewassen zodat die tegen datzelfde bestrijdingsmiddel resistent zijn. Berucht werden de herbicide Roundup en de daartegen bestand zijnde zaden onder de merknaam Roundup Ready.
Merknaam inderdaad, want zowel bestrijdingsmiddel als zaden worden gepatenteerd. Die bijna-monopolies en octrooien dwingen miljoenen boeren in de wereld steeds opnieuw duur zaad en gif van die bedrijven te kopen, vaak met uitzichtloze schuldenproblematiek en hoge suïcidecijfers tot gevolg.
Dat het ook heel anders kan, onderstreept de World Food Prize, die dit jaar werd toegekend aan voormalig zaadveredelaar Simon Groot. Sinds hij in 1984 zijn bedrijf verkocht, besteedt hij zijn geld en tijd aan het verspreiden van kennis onder kleinschalige boeren, onder de noemer East-West Seed foundation.
Met vierduizend werknemers en twaalf onderzoeks- en ontwikkelingscentra in zeven landen zijn intussen zo’n twintig miljoen boeren in zestig landen geholpen.
Een eerste reis naar Azië opende hem ooit de ogen. Daar zag hij op een Indonesische akker de Glorie van Enkhuizen staan, een Nederlandse wittekoolsoort, en die deed het daar bar slecht. In één klap begreep hij hoe naïef en hooghartig de westerse houding was van ‘wij weten wat goed voor u is’. Door te investeren in het verder ontwikkelen van lokale kennis en vaardigheden, en te werken met de natuurlijke omstandigheden ter plaatse, ontwikkelde hij talloze varianten van tropische gewassen en hielp zo wereldwijd boeren uit een primitieve staat van zelfvoorziening naar winstgevend ondernemerschap.
Groot houdt vast aan het aloude principe van kwekersrecht: boeren mogen nieuw zaad zelf doorontwikkelen. Wie zaad patenteert, belemmert ontwikkeling, is zijn overtuiging.
Voor zijn werk werd hij in 2015 al onderscheiden met de Mansholt Business Award voor duurzaam ondernemerschap. De denkwijze van Groot is een aanstekelijke manier van ondernemen. Goed voor de lokale arbeidsmarkt en economie, goed voor de voedzaamheid en variëteit van gewassen, bevorderlijk voor landschappelijk schoon en een gezonde bodem.